Het geeft het gevoel van vrijheid. Je kunt gaan en staan waar je wilt. Stoppen onderweg waar je pauze wilt houden of als de zon lekker schijnt. En heb je de smaak te pakken? Ga dan naar de bergen. Huttentochten in Nederland zijn een goede voorbereiding voor tochten in de Alpen of andere berggebieden. Je hebt je materiaal kunnen testen en ervaren hoe het is om twee of meer dagen achter elkaar op pad te gaan. Hoe plan je een huttentocht in Nederland? Hoe zorg je dat het een goede ervaring is? Hier een aantal tips.

Door Joanne Wissink

Foto's door Mini Expedities

Plan meerdere dagen

Het spreekt voor zich, maar een huttentocht plan je over meerdere dagen. Het is een huttentocht omdat je onderweg ergens gaat overnachten. De eerste huttentocht die je maakt kun je kort houden. Als je maar één keer overnacht, hoef je niet veel mee te nemen. Ook is het minder erg als je het bijvoorbeeld koud hebt of een te zware rugzak tilt. Morgen ben je weer thuis. Daarna kun je, als je de smaak te pakken hebt, natuurlijk langere tochten maken.

Loop van A naar B en niet een rondje

Ik loop zelf het liefst een tocht van A naar B en dus niet een rondje. Dat heeft ermee te maken, dat je echt het gevoel krijgt: ik heb dit op eigen kracht gedaan. Onderweg zie je het landschap veranderen. Je kunt dan ook het best met het openbaar vervoer naar je begin- en eindpunt gaan. Dat kan een station zijn, maar ook een bushalte of misschien een belbusje. Helaas zul je dus in je bezwete en modderige kleding de bus of trein instappen. Tja, dat is niet anders. Ook dat is vast een goede oefening voor als je in de bergen bent.

Zoek de heuvels op

Om het gevoel van de bergen te evenaren is het leuk om wat hoogteverschil tegen te komen. Ik hou zelf erg van de Veluwe, Limburg, Drenthe en de omgeving van Nijmegen. In elk van deze gebieden kun je korte en lange tochten maken. Denk er aan bij het plannen van je tocht, dat je meer gewicht op je rug hebt dan tijdens een dagwandeling. Een afstand die net zo lang is, voelt door de rugzak, toch een stuk zwaarder.

Plan je de overnachting of de wandeling?

Als je een tocht daadwerkelijk uitzoekt en plant, dan is het slim om even na te denken wat voor jou belangrijk is. Begin je met een mooie wandeling en zie je wel waar je dan uitkomt om te overnachten? Of wil je graag een bijzondere plek om te overnachten en maak je daar een wandeling bij? Zelf kies ik vaak eerst een mooi (natuur)gebied uit dat ik wil ontdekken. Dat is mijn basis. Daarna probeer ik een bijzonder overnachting te vinden. De tocht zelf komt altijd wel goed. Vaak lopen er lange-afstandswandelingen in de buurt of ik dwaal zelf door het gebied heen. Met een goede kaart bij de hand kom ik altijd bij de bestemming aan.

Maak het jezelf gemakkelijk

Je hoeft het niet allemaal zelf te bedenken. Heb je nooit eerder een huttentocht gemaakt? Maak het jezelf dan makkelijk. Kies bijvoorbeeld voor een bestaande lange-afstandswandeling, zoals het Veluwe Zwerfpad, Twentepad, Waddenpad of Pieterpad. Deze wandelingen zijn omschreven in informatieboekjes, waarbij ook tips voor de overnachtingen worden gegeven.

Overnachten met het echte huttengevoel

Overnachten in een hut geeft het gevoel dat je midden in de wildernis slaapt. Even waan je je alleen op de wereld, of althans, met de anderen in de hut. Dat gevoel bereik je niet als je in een hotel midden in een dorp of stad gaat slapen. Het helpt als je overnachting op een bijzondere plek is, midden in de natuur. Denk daarbij aan een jeugdherberg, trekkershut, yurt, pipowagen, strandhuisje of natuurvriendenhuis. Met name in een jeugdherberg en natuurvriendenhuis zul je meer de ervaring krijgen van een berghut, waar je met meer mensen tegelijk overnacht en je interessante gesprekken en ontmoetingen kunt krijgen.

Wat stop je in je rugzak?

Elke tocht wik en weeg ik wat er in mijn rugzak meegaat. Liefst zo min mogelijk, want dat loopt het lekkerst. Maar het essentiële kun je nu eenmaal niet thuis laten. Wat essentieel is kun je zelf ontdekken of opzoeken aan de hand van een bestaande paklijst. Afhankelijk van waar je overnachting is, neem je daar iets voor mee. In de bergen is dat een lakenzak (en tegenwoordig een kleine slaapzak), maar in Nederland hoef je soms niks mee te nemen. Maak de eerste keer een nauwkeurige paklijst. Achteraf pas je aan wat er beter had gekund. Je eigen specifieke paklijst helpt je de volgende keer enorm met inpakken.

paklijst