Het is juli 2023 en ik loop met een huttentocht mee door de Julische Alpen. Het ligt op de grens van Slovenië en Italië, een nieuwe reis voor Bergsportreizen. Met dit korte verhaal wil ik je graag vertellen wat dit gebied zo bijzonder maakt. Ik hoop dat je na het lezen van dit verhaal een goed beeld hebt van het gebied. Wellicht is een bezoek aan de Julische Alpen echt iets voor jou.
- Freek van der Weijden
Het valt mij op dat de bergen hier veel weg hebben van de Dolomieten. Spitse bergtoppen van kalksteen worden afgewisseld met grote groene stukken bos en weiland. Hoewel de Dolomieten erg druk en toeristisch kunnen zijn, is dat hier niet het geval. We lopen soms uren, zonder iemand tegen te komen. Het grillige terrein is uitdagend, met veel stijgen en dalen. De route begint in het wintersportplaatsje Kranjska Gora en loopt naar het Italiaanse Valbruna, de route slingert langs de twee landsgrenzen. Het leuke hieraan is dat je goed het verschil kan proeven tussen de twee landen. Slovenië is ongerept, ruig en eigenzinnig. Italië is sfeervol en culinair, ook in de hutten. Op de route kom je overigens niet zoveel hutten tegen, deze liggen vrij ver uit elkaar. Waar je bijvoorbeeld in Oostenrijk elke twee à drie uur een (luxe) hut kan tegenkomen, is dat hier niet het geval. Persoonlijk vind ik dat niet erg. Het is wat avontuurlijker, je beleeft de bergen intensiever.
Ik sta vroeg op en loop de koele, frisse buitenlucht in. Helemaal stil, op een paar vogels na. Ik geniet van een verse espresso en probeer het weer in me op te nemen . De afgelopen dagen is niet alleen de omgeving, maar ook het weer uiterst grillig. Onze gids Sjors geeft aan dat we moeten afwijken van de geplande route. "Kijk, met regen kan je nog wel doorlopen, maar met een flinke onweersbui moet je oppassen”. De route die we vandaag willen lopen heeft veel hoogtemeters, zo’n 1100 meter. Als we op de kaart kijken zien we dat de klim in één rechte lijn naar boven loopt en dat het steeds steiler wordt. De laatste tijd hoor je steeds meer verhalen over ongevallen in de Alpen. Losse stenen, gletsjers die instabiel worden en weersextremen. We nemen daarom een helm mee en letten goed op de onweerswolken die zich snel kunnen vormen. Stijgen de wolken snel langs de hellingen, dan weet je dat je onweer kan verwachten.
We beginnen de dag in Rifugio Luigi Zacchi. De vriendelijke, Italiaanse eigenaar, heeft gisteren heerlijk voor ons gekookt.
Ons doel is om de Koĉa Na Magartskem hut te bereiken via de bergpas Mangartsko sedlo (2055m). Dit gebied is deze zomer flink geteisterd door noodweer. Vandaag is de voorspelling voor de middag ook niet goed. Dat betekent dat we vroeg vertrekken. Het eerste gedeelte lopen we langs het indrukwekkende Mangart massief. We lopen tussen loslopende paarden en koeien, die niet opkijken van het groepje kleurrijke wandelaars.
Als we aan de klim beginnen, zien we het zadel al liggen. De route loopt steil omhoog en onze gids Sjors wil dat we onze helmen opzetten. Met veel regen en onweer liggen er veel losse stenen op scherp, aldus Sjors. Geen geplaveide paden, maar een uitdagende, grillige route omhoog. We hijgen en puffen flink en het zweet verdampt mee met de toenemende luchtvochtigheid. Wij worden langzaam onderdeel van de opbouwende onweersbui. Gelukkig bereiken we op tijd het zadel en na een korte afdaling komen we in de hut aan. Nog geen kwartier later barst het los. Ik zie hoe de stoelen de lucht in worden geblazen, het onweer gaat los. Hoe snel de onweersbui opbouwt, verdwijnt deze ook weer. We genieten van het prachtige uitzicht op de Mangart (2679m) en de Soĉa vallei. Deze hut heeft geen douche, dus ik pak mijn kans om mij op te frissen onder de dakgoot. In de avond bouwen de onweersbuien zich opnieuw op, dit keer op de berg tegenover ons. We voelen ons nietig en genieten van de dramatiek.
Een paar dagen later lopen we naar Rifugio Pellarini, Italië. Het is de laatste hut waar we zullen overnachten, een ervaring die ik niet snel zal vergeten. We steken rivierbeddingen over en lopen zo, via het bos, de mist in. De dichte mist maakt het oriënteren lastig. Zoals gewoonlijk, zijn de weersvoorspellingen niet erg goed voor de middag. Gelukkig bereiken we de hut voordat er weer een flinke onweersbui losbarst. In de hut staat een mix van jaren 80 muziek en reggae op. We merken gelijk op dat dit een hele leuke, relaxte hut is. Naast de keuken staat een grote krat cantharellen. Hier ontmoet ik de Giorgio, de huttenwaard. Hij staat zingend en dansend te koken. Wat een sfeer!
Als je denkt dat het niet beter kan: nu klaart het weer magisch op. Ik krijg kippenvel als ik zie hoe de wolken verdwijnen en de Jof Fuart (2663m) verschijnt, een prachtige groep spitse punten met veel klim potentieel. In het zonnetje genieten we van een koud biertje en het prachtige uitzicht. Persoonlijk heb ik nog niet eerder op zo’n intieme manier de hut ervaren, wij zijn namelijk de enige groep in de hut. Later die avond zetten we de goede sfeer voort, mede dankzij de ‘heerlijke’ zelfgestookte grappa. We sluiten de week in stijl af: we schuiven de tafels en stoelen aan de kant en bouwen een feestje samen met de huttenwaard en zijn nichtje Beatrice. Tutti bene!
De Julische Alpen zijn heel verrassend, het zijn als het ware de alternatieve Alpen. De grillige uitgestrekte natuur geeft het gevoel van een zeldzame authentieke wildernis. Je ervaart de rust weg van het massabergtoerisme. Ook is er veel potentieel als je van klimmen of via ferrata houdt. Als jij op zoek bent naar een uitdaging, dan zit je goed in dit ruige maar intieme gebied.