Voor de Verte ben je een alpinist, op de Verte word je een man van de bergen. Met die spreuk van Gaston Rébufat in ons achterhoofd stappen Tomas, Wout en ik in de Grand Montets lift in Argentière.
Het topstation van deze lift is onze slaapplek voor vanavond. Boven aangekomen hebben we vanaf het hoogste uitkijkplatform zicht op ons doel. We bespreken ons plan nog een keer en werpen ook een blik op het inmiddels ruim 2000 meter lager liggende Chamonix. Een medewerker van het bergstation wijst ons op het feit dat de laatste lift zometeen naar het dal vertrekt. We volgen zijn aanwijzing deels op en lopen terug richting de lift. In plaats van in te stappen nemen we plaats in een gang van het liftstation.
Ondanks waarschuwingsbordjes met verboden te slapen erop, lopen alle medewerkers ons zonder veel aandacht voorbij. Eén vraagt of we hier slapen vanavond en wij knikken ja. Niet roken bij de gasflessen is de enige opmerking die we krijgen. Verder lijkt het prima te zijn dat we hier overnachten. Veel medewerkers van de bergstations zijn zelf ook klimmers, zijn zelf ook jong geweest en begrijpen het om die reden. Naast ons slapen er ook nog vier Schotse klimmers. Zij gaan morgen ook de Aiguille Verte op via verschillende routes. In hun gezelschap maken we ons avondeten soldaat en kruipen de slaapzakken in.
‘s Nachts huilt de wind langs het bergstation. Ik heb het koud en slapen gaat slecht. Hoewel je altijd samen klimt, lig je soms toch alleen in je slaapzak met je gedachten. Dit is de eerste echt grote tocht die ik sinds vorige zomer maak en sowieso mijn eerste grote winterbeklimming. Zoals voor iedere grote onderneming word ik beslopen door een raar gevoel van zenuwen. We hebben alles goed voorbereid, we zijn fit genoeg en ik weet dat we het kunnen maar je bent nooit 100% zeker. Aan de andere kant is dat gevoel één van de redenen waarom ik klim. Samen op avontuur.
De wind gaat liggen en rond 03:00 uur kunnen we beginnen aan onze tocht. Om bij de route te komen, moeten we een korte ski afdaling maken. Het is nog best donker maar navigeren gaat goed omdat we de sporen in de sneeuw kunnen volgen. De Schotse klimmers zijn eerder vertrokken en gaan ook richting het Couturier Couloir. Hoewel ik hiervoor vier maanden als skileraar gewerkt heb, zal deze korte afdaling me goed bijblijven. Het skiën is niet heel lastig dus ik heb tijd om rond me heen te kijken. Bij gebrek aan daglicht lijken de wanden waar we onderdoor skiën nog hoger en imposanter. Het feit dat we zometeen een van deze wanden gaan beklimmen, voegt nog iets extra’s toe aan deze ervaring.
Aangekomen bij de wand beginnen we de lampjes voor ons achterna te klimmen. We weten dat de groepen voor ons zeker tot de helft van de wand dezelfde route aan moeten houden. Met de schemering beginnen meer en meer details van de omgeving zich prijs te geven. Ik kijk om me heen. We zitten nog steeds in hetzelfde spoor als de groep voor ons maar ik begin te twijfelen of we wel goed klimmen. Het sneeuwcouloir waar de route in loopt, is veel breder dan waar we nu in staan maar dat zou ook kunnen komen doordat er sowieso weinig sneeuw is. Ik pak mijn telefoon, bekijk de foto van de route en weet mijn twijfel te bevestigen. We klimmen een couloir te ver naar rechts. Ik gooi het in de groep maar Wout weet me te vertellen dat we straks wel terug het hoofdcouloir in kunnen. Na een paar lengtes traverseren zijn we inderdaad terug in het hoofdcouloir. De zon is inmiddels volledig opgekomen en we kunnen de top bijna zien.
De condities in het couloir zijn niet slecht maar ook niet super. De sneeuw stapt prima maar het is moeilijk af te zekeren. Uiteindelijk komen we tussen wat rotsen door op de graat die naar de top leidt. Na een korte pauze zetten we onze ‘push’ naar de top in. Met nog een klein stukje te gaan, beginnen we de meters onder ons te voelen. Het gaat niet zo vlot meer als de eerste stappen die we in het couloir zetten. Na nog wat akelige passages vlak onder de top komen we boven. We zijn later dan gepland, het waait hard en het is koud dus we beginnen snel aan de afdaling.
Na een heikel sneeuw-/ijsgraatje staan we boven aan het Whympercouloir. Hierdoor gaan we naar beneden abseilen. Ook het abseilen duurt langer dan verwacht. Dit geeft de zon meer tijd zijn effect te hebben op de sneeuw in het zuidelijk georiënteerde couloir. Het zorgt tijdens onze afdaling meerdere keren voor een sneeuwtechnisch spannend moment als ik dat zo mag omschrijven. Geen van ons had boven aan het couloir het idee dat de warmte op dit moment van de dag al zo’n effect op de sneeuw zou hebben. Beneden aangekomen zijn we al te laat om het treintje vanaf Montenvers terug naar Chamonix te nemen. In plaats daarvan besluiten we in de Couvercle hut te slapen.
Bij de hut aangekomen zien we de Schotse klimmers (en gids) weer. Zij zijn rond hetzelfde moment door het Whympercouloir afgedaald. De huttenwaard hoort van onze (blijkbaar late) afdaling en spreekt ons en de Schotten aan. Hij laat weten dat het niet wijs is nog zo laat nog door dat couloir af te dalen in verband met het lawine gevaar. De mensen veranderen, het materiaal verandert maar de berg verandert niet vertelt hij. Tomas merkt later op dat ook de bergen veranderen maar de boodschap is duidelijk. We moeten voorzichtig zijn. We bedanken de waard voor zijn woorden. Met dit advies, veel dingen om over na te denken en een nieuw avontuur op zak dalen we de volgende dag af naar Chamonix. Op naar de volgende uitdaging.
Bekijk hieronder ook het videoverslag van onze beklimming