In de herfst van 1985 kreeg een Nederlands team een “special permit” om in Nepal vlak bij de Tibetaanse grens door het Dolpogebied te trekken en de Kagmara te beklimmen. Deze keten ligt in de regenschaduw en ten noordwesten van de Dhaulagiri.
De toppen Kagmara I ( 5961), II en III werden eenmaal eerder beklommen in 1966 door het Engelse (vrouwen) team o.l.v. Josephine Scarr. Door omstandigheden en tijdgebrek moesten de Nederlanders zich beperken tot een niet eerder beklommen voortop van iets minder dan 5700 meter, die door de sirdar en de liason officer Rana gedoopt werd tot Kagmara X. Deze top ligt in de Kagmaraketen aan de noordkant van de Kagmarapas, terwijl de eerder genoemde toppen aan de zuidkant van de pas liggen.
Het team bestond uit de initiatiefnemers en leiders Piet de Visser, Dick Kortekaas en Sjoerd Ybema plus de tochtgenoten Hans Oostindiën, René de Bruin, Milo Appel en Frans Hobbelink. Deze laatste moest al na enkele dagen de groep verlaten i.v.m. ziekte.
De eerste week was er tegenslag door uitzonderlijk slecht moessonweer, waarbij het transport van materiaal en mensen richting Surketh aanzienlijke vertraging opliep door sandslides en waarbij ook het lopen op de doorweekte paden erg moeilijk was. Na Jumla en de oversteek over de Barbaria Lagna (4270 m) vestigden ze het Basiskamp aan de rivier de Garpung Khola. Het Hoogtekamp werd door enkelen ingericht op 4850 meter vlak onder de pas (Kagmara La 5115 m); de meesten daalden weer af naar BK om daar te slapen.
Op 22 oktober bij gunstig weer gaan alleen Hans Oostindiën en Dick Kortekaas en een sherpa door diepe sneeuw omhoog naar de pas en klimmen dan nog ruim anderhalf uur noordwaarts richting Twin Peak, over een scherpe graad met overhangende sneeuw naar de beoogde top van bijna 5700 meter.
Feestelijke ontvangst in het hotel in Kathmandu met spandoek, tika, bloemslingers en rakshi.
De groepsfoto met alle teamleden. Van links naar rechts: Dick, René, Milo, Frans, Sjoerd, Hans en Piet.
Getekende kaart van de volledige looproute van Surketh tot de top met de 14 overnachtingsplaatsen.
De eerste dagen loopt het team in de dichtbevolkte Terai bij warm weer. Daar fotograferen ze deze moeder met kind.
De kampplaats naast de "Ping a Ling", de dorpsattractie.
Dan volgen dagen met moessonweer en kou. De Sirdar helpt Piet bij oversteek van gezwollen rivier.
Moeder met kind. Dag 10 bij Munigaon. Eindelijk in het Dolpo gebied.
Ontmoeting op de Barbaria pas (4270m) met een Tibetaans zouttransport met behulp van yaks.
Het hele gezin trekt met yaks naar het zuiden om balen zout te ruilen voor graan.
Gezin in Dolpo met stereotype boomtrap.
Na het moeizaam doorwaden van de Garpung Khola wordt op 3920 m hoogte het basiskamp aangelegd
Terug van een langdurige verkenning tot 4900m. Overleg over de toppoging met Sirdar, Sherpa, Sjoerd, Dick en Piet (fotograferend).
Detailkaart van verkenning noordwaarts richting Dawa Peak en met route naar HK, pas en top.
Aanvalsdag. Steile klim naar de pas (links buiten beeld) nog ruim onder enkele Kagmara toppen.
HK wordt ingericht. Daarna wordt alvast een route gespoord naar de pas.
Dick op de top op 22 oktober. Hij is gefotografeerd door Hans.
Hans op de top, gefotografeerd door Dick.
Afdalend naar de pas met zuidwestwaarts mooi zicht op de zuidelijke Kagmaratoppen.
Terug op de pas met rechtsaf het spoor naar het hoogtekamp, basiskamp en de terugweg naar Kathmandu.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.