In de zomer van 1979 beklommen Ronald Naar en Bas Gresnigt samen de Freneypijler op de Mont Blanc-zuidwand. Deze moeilijke rotsroute was nog niet eerder door Nederlanders beklommen. Deze beklimming door Ronald en Bas was opvallend, omdat het duo vooral een grote staat van dienst had als het om gecombineerde routes ging.
Doordat Ronald verschillende keren bevriezingen aan vingers en tenen had opgelopen, had het technische rotsklimmen in de voorgaande jaren minder zijn aandacht. In de zomer van 1979 besloten ze toch weer eens een poging te wagen in een lastige rotsroute, namelijk de Petit Jorasses westwand. Dat beviel zo goed dat ze gelijk doorpakten en zich waagden aan een van de grootste uitdagingen van het Mont-Blanc gebied: de Freneypijler. Dat bleek succesvol, want na meerdere intensieve dagen wisten ze de top van de Mont Blanc te bereiken.
Tegelijkertijd kwam de beklimming ook niet helemaal uit de lucht vallen. Ronald had aan het begin van de jaren ‘70 al een grote verzameling moeilijke rotswanden beklommen. Zo had hij bijvoorbeeld de Piz Badile NO-wand, Droites NO-pijler en Dru noordwand al op zijn naam staan. Dat zijn beklimmingen waar veel vijfde en zesdegraads passages in zitten. Daamee was de basis voor de beklimming van de Freneypijler enkele jaren later al gelegd.
De eerste beklimming van de Freneypijler vond in 1961 plaats. 18 jaar voor de beklimming van Ronald en Bas. Het verhaal wordt helaas gekenmerkt door een ware tragedie. Zowel een Italiaanse (inclusief de befaamde alpinist Walter Bonatti) als een Franse touwgroep wilden graag de eerstbeklimming doen en waren per toeval tegelijkertijd op de berg aanwezig. Ze besloten samen op te trekken en startten samen aan de beklimming. In de avond sloeg het weer om en een intense storm brak los. Het team bivakkeerde vier nachten in het barre weer en besloot toen af te dalen. Ze weten de steile wanden af te dalen, maar daarna volgt een ware uitputtingsslag als ze teruglopen over de gletsjer. Antoine Veille en Pierre Kohlman zijn zo vermoeid dat ze in elkaar storten en overlijden. De overige drie klimmers, Bonatti, Mazeaud en Gallieni, overleven de dramatische tocht.
1,5 maand later lukte het wel om de Freneypijler te beklimmen. Dit keer door een gecombineerd team van Britse en Poolse klimmers, met Chris Bonington en Don Whillans als bekende namen. Met behulp van artificiële technieken slagen ze erin om het moeilijke dak hoog in de pijler voor te klimmen.
De beklimming van Ronald en Bas verliep ook niet zonder slag of stoot. Als ze in een van de sleutellengtes hangen, komt Ronald erachter dat zijn gordel kapot is. Het is bijzonder slechte timing, aangezien ze met artificiële technieken een dak moeten beklimmen. Ronald ziet geen andere optie dan zich direct in te binden aan het touw. Met een uiterste krachtinspanning weet hij de volgende standplaats te bereiken. De weg naar de top ligt nu open en het duo komt na een bivak aan op de top van de Mont Blanc. Een prestatie waar ze trots op zijn. In de daaropvolgende jaren is de Freneypijler meerdere keren door Nederlanders beklommen. Een noemenswaardige beklimming is die van Niek de Jonge en Niels van Veen in 2016, die voorafgaand al het grootste deel van de Peuterey-graat hadden afgelegd. Deze link-up van verschillende moeilijke beklimmingen duurde in totaal zes dagen.
Ronald Naar in het Eccles-bivak.
Onderweg naar de Freney-pijler via een smalle sneeuwgraat.
De Freney pijler met de Chandelle en het Zwarte Dak.
Een gladde plaat die met artificiële technieken overwonnen wordt.
Ronald Naar klimt voor in het mooie rode graniet.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.