Shani Peak Expeditie
In de zomer van 1999 reisden Melvin Redeker, Andreas Amons, Elwin van der Gragt en Benno Netelenbos af naar de Shani vallei in Pakistan. Het doel was niet het behalen van een top (de Shani heeft er drie), maar het openen van een mooie lijn. Het idee achter de expeditie: met zijn vieren op expeditie, nieuwe routes openen., geen gedoe met permits, geen bureaucratie, geen kok of liaison officer in het basiskamp. Klimmen in alpiene stijl, net zoals in de Alpen. De expeditie moest een pure ervaring worden. ‘Dat hebben we geweten….,’ zeggen Melvin en Elwin in 2023 als ze terugblikken op de expeditie.
Shani NO pijler
Het allereerste plan is om de Shani te beklimmen via de noordoost pijler en daarna alle drie de toppen van de Shani te overschrijden. Dat plan blijkt iets te wild. De mannen hebben hun handen vol aan de NO pijler en het grillige weer. Dit deel van de Karakoram staat erom bekend dat het veel kan regenen. Stabiel weer voor een lange overschrijding zit er niet in. Melvin en Andreas gaan toch op pad. Ze klimmen door technisch en soms los alpien terrein. Het weer slaat om en ze besluiten in de bivakzak te kruipen onder de voortop op ca 5400 meter hoogte. Het blijft maar sneeuwen en het zit potdicht. Uiteindelijk duurt het bivak zo’n 33 uur.
Na het bivak bereiken ze behoorlijk getekend en uitgemergeld de Oosttop van Shani Peak. De eerste klimmers ooit op deze top! Het kost de mannen nog heel veel moeite om heelhuids af te dalen over de uiterst brakke rotspartijen van de pijler.
Melvin vertelt:
‘Als ik naar de rotte toren traverseer hou ik mezelf met mijn vingertoppen in balans tegen een blok. De kleinste aanraking is voldoende en het blok schuift naar beneden waardoor ik een kleine val maak. Gelukkig blijft het steentje waarover Andreas mij zekert wel liggen. We klimmen heel veel lengtes af maar als het terrein moeilijker wordt moeten we abseilen. Ons materiaal raakt op en het is nog een heel eind. Om materiaal uit te sparen neemt de laatste die van de standplaats vertrekt al het materiaal mee minus 1 rotshaak waaraan de laatste abseilt. We doen dit een paar lengtes tot mij diep in de nacht een onbestemd gevoel bekruipt. Vanaf dat moment besluiten we dat we beiden aan 2 haken abseilen en als al het materiaal op mocht zijn zien we weer verder. Een volgende abseil vliegt 1 van de 2 standhaken eruit, mijn hart slaat 10 keer over als ik in een schok een met lager hang aan het touw. Als het terrein makkelijker is klimmen we het laatste deel af naar de gletsjer. Daar lopen Benno en Elwin ons ongerust tegemoet met thee en proviand. We zijn blij elkaar weer te zien.'
Basiskamp
Voor Melvin en Andreas was het eerste succes dus in de pocket. Terug in het basiskamp kunnen ze uitrusten. Ze worden veel bezocht door de locals. Het basiskamp lag relatief laag op 3900 meter hoogte, waardoor de Nederlanders veel bekijks trekken. De omgang met de lokale bevolking verliep in het begin van de expeditie stroef. Er is een enorm cultuurverschil, een religieuze kloof en lokaal zijn er spanningen tussen soennieten en sjiiten.
Melvin schrijft:
‘De locals zijn bewapend, ook kinderen van een jaar of 13. Iets waar wij enorm aan moeten wennen. Het contact met de lokale bevolking vraagt het uiterste van onze diplomatie en inlevingsvermogen. Aan de ene kant krijgen we lokale delicatessen aangeboden, aan de andere kant worden we ’s nachts beroofd. Daarop nemen we een kampwachter die, vanzelfsprekend met geweer, ons basiskamp veilig houdt. Hij belooft plechtig iedere “Chor “ (dief) direct neer te schieten. We twijfelen geen moment aan de geloofwaardigheid van zijn woorden.’
Nadat Shazada, onze kampwachter, zijn intrek in het basiskamp heeft genomen, verbetert de verhouding met de bevolking die steeds gastvrijer wordt. De Nederlandse klimmers krijgen via via zelfs een uitnodiging voor een bruiloft in de vallei op ca 3400 meter hoogte. Tijdens het feest is iedereen bewapend, er wordt wild gedanst rond het kampvuur en mannen gooien kogels in het vuur. Een surrealistische ervaring.
Om de dag werd ons door een eenzame lokale herder (Ayup) ook een pot met zure yoghurt gebracht, maar die kantelden de teamleden altijd onder een steen. Elwin had ook een intense basiskamp herinnering. Nadat hij een acute amoebe infectie had opgelopen, kreeg hij extreme koorts en diarree.
Zuidoostop
De beklimming van de Oost-top was dus gelukt, via de NO pijler door Melvin en Andreas. Maar een nieuwe lijn door de ZuidOost wand, direct onder de hoofdtop, moest de kroon op de trip zetten.De uitdaging was om een lijn te vinden, die niet alleen beklimbaar moest zijn, maar ook zo veilig mogelijk was. Een Engels team had in 1989 al een route geklommen, via couloirs en sneeuwvelden. Elwin en Benno kozen een meer directe lijn door moeilijker gecombineerd terrein, die minder steenslag gevaarlijk moest zijn.
Elwin schrijft in 2023:
‘De sleutellengte, was niet de moeilijkste, maar wel de meest spannende. Een slecht af te zekeren natte gladde plaat, die toeliep naar een afsluitende horizontale mossige en morsige tunnel, waarbij het druipwater onontkoombaar door de mouwen langs de oksels stroomde. Eindelijk hadden we een passage gevonden, die paste bij de term, die we eerder in het ‘Wat-en-hoe in het Urdu’ hadden opgezocht: ‘Tang gila gufa’, ofwel ‘nauwe natte gleuf’.’ Op de schouder, tussen ‘het Bastion’ en sneeuwveld, besloten Benno en Elwin strategisch bivak gehouden. Zodat de de losse projectielen in het eindcouloir weer konden aanvriezen. Bizarre lichteffecten in het dal iets ten oosten, herinnerde ons eraan dat het grensconflict om Kashmir weer was opgelaaid.'
De route bleek aanhoudend moeilijk. Een lengte onder de uitklim was er nog een vertikaal ijsorgel, dat moest worden omzeild via een enigszins brakke rotsgordel. En meestal blijft de echte top dan plagerig verborgen achter de volgende hobbel. Maar in dit geval stuitten de mannen direct op de hoofdtop. De beklimming kostte Benno en Elwin in totaal 15 uur, in de tweede poging. De route werd meteen de volgende dag herhaald door Melvin en Andreas.
Shani basiskamp met shani oostwand.
Het basiskamp met de (dubbele) regenboog.
De lokale bevolking is gewapend en komt regelmatig langs voor een kop thee.
Het team. Van links naar rechts: Melvin, Andreas, Shazada, Elwin en Benno.
Uitzicht op de indrukwekkende noordoostpijler.
De Shani noord-oost pijler met route.
Andreas op 1/3e van de pijler. Ze klimmen om het harde grijze ijs heen.
Vanaf de ijsvelden klimmen ze een smal ijsgootje door de rotsbarrière. Daarna wordt het terrein makkelijker maar veel losser.
Andreas zekert Melvin hier op de verrotte toren.
Het weer slaat om en Andreas en Melvin besluiten in de bivakzak te kruipen onder de voortop op ca. 5400 meter hoogte. Het blijft maar sneeuwen, uiteindelijk duurt het bivak zo’n 33 uur.
Als de wolken heel even optrekken zien ze dat als een voorteken om zo snel mogelijk af te moeten dalen, maar niet voordat ze de laatste 200 meter naar de oosttop hebben geklommen.
Als ze het steile sneeuwgraatje beklimmen trekt het weer dicht.
Na ons bivak bereiken ze behoorlijk getekend en uitgemergeld de Oosttop van Shani Peak.
De Shani zuidoost wand met ingetekende route.
De door Elwin getekende topo van de zuidoostpijler van de Shani.
Andreas klimt voor in het goede graniet.
Andreas klimt een supernatte rotslengte.
Melvin in het bivak. Vanaf het bivak zagen ze ’s nachts aan de horizon de beschietingen tussen India en Pakistan rond het Kargil conflict dat in de zomer van 1999 oplaaide.
Andreas klimt na door de sneeuw.
Met stijgijzers door de rots.
Andreas met het diepe couloir onder zich.
Andreas en Melvin op de top na de zuidpijler. Ze hebben de route herhaald, die Benno en Elwin de dag ervoor hebben geopend.
Elwin op de top
Benno op de top
Bewaker
Benno in ABC
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.