Laat achterblijvers precies weten welke grot je bezoekt. Ga er bij voorkeur niet alleen heen. Ga je wel alleen, laat het dan op de kaart zien en vermeld ook hoe lang je denkt weg te blijven. Hou je aan deze afspraken en informeer de achterblijvers in ieder geval bij evt. tussentijdse wijzigingen.
Diverse patrons en bezoekers van de Tukhut zijn redelijk tot goed vertrouwd met de omgeving en met de vrij toegankelijke grotten in de buurt van Sy. Je kunt hen altijd vragen of zij als gids mee willen gaan.
Ga nooit, maar dan ook nooit, op eigen houtje een afgesloten grot in. Doe dit altijd in gezelschap van een professionele gids. Een grot is niet voor niets afgesloten.
Ga nooit, maar dan ook nooit, alleen een grot in, hoe spannend dat misschien ook mag lijken.
Draag in een grot altijd een goede en dicht gegespte helm op je hoofd. Zo "overleef" je de consequenties van de onvermijdelijke hoofdstoten en evt. steenslag.
Neem een stevige, liefst waterdichte, zaklantaarn met volle batterijen mee. Draag goed schoeisel: stevige wandelschoenen, trekkingboots, bergschoenen of stevige gympen. Dagelijks schoeisel is taboe.
Zorg, zeker bij langdurig verblijf in een grot, voor een extra sweater of jas: in een grot is het constant circa 10 graden, bij een hele hoge luchtvochtigheid. Neem een rugzakje mee, met daarin: wat te eten, wat te drinken, pleisters en reservebatterijen.
Doe, alvorens een grot in te gaan, je kostbare spullen, zoals sieraden, horloges, ringen, mobiele telefoons en reservebatterijen in een waterdicht afsluitbaar plastic (tupperware) bakje in je rugzak.
Laat, eenmaal in de grot, je ogen eerst eens een tijdje aan het duister wennen, voordat je verder op verkenning gaat.
Blijf, eenmaal in de grot, bij elkaar in de buurt. Soms kan iemand, eenmaal in een grot, last krijgen van een soort van engtevrees. Las dan even een pauze in. Mocht het engtegevoel niet overgaan, begeleid die persoon dan naar de uitgang van de grot en laat hem/haar niet alleen teruggaan.
Meestal ligt een grot niet direct aan een wandelpad, maar vlakbij de waterlijn van een riviertje of in een berghelling. Je zult dus wellicht moeten klimmen en/of klauteren. Ga daarbij zorgvuldig om met de omgeving.
Realiseer je dat grotten doorgaans een ideaal verblijf vormen voor vleermuizen. Laat deze kwetsbare en onschuldige beestjes met rust, ze doen je niets. En beschijn ze nooit langdurig met je zaklantaarn.
Laat de grot intact, dus niets beschadigen en zeker geen stenen, stalactieten (hangende pegels) of stalagmieten (staande pegels) meenemen. Uiteraard laat je geen of lege verpakkingen achter in de grot of omgeving ervan.
En wellicht ten overvloede: zorg voor een goede reisongevallenverzekering, zoals de doorlopende reis en ongevallenverzekering van de NKBV. Dan kom je, mocht er onverhoopt toch iets vervelends gebeuren, niet voor onverwachte kosten te staan.