Hier een verslag van Mark Heine over deze expeditie.
Anderhalve dag na aankomst in de stad Anchorage landen we in het “Root Canal” onder de Mooses Tooth pilaar. Aangezien het weer er redelijk uitziet en we van anderen weten dat ze soms lang zitten te wachten voordat ze kunnen starten, besluiten we de volgende ochtend meteen maar een poging te wagen in de route “Ham and Eggs” op de Mooses Tooth (10,300 feet).
De route heeft als waardering max 90 graden ijs, 5.9 rots (mixed) en is met 18 touwlengtes een kleine 1000 meter lang. Het is één van de meest populaire routes in het gebied en wordt zeer regelmatig geklommen.
Toch is het wel een stevige klim. Dit ondervinden wij in de crux. Die bevat een lastige 5.9 lengte en kan op drie verschillende manieren geklommen worden. Na deze lengte begint het hard te sneeuwen, maar we hebben al een aardige hoogte bereikt, dus we besluiten door te gaan.Het tweede gedeelte verloopt net als de eerste helft soepel en snel. Alleen de allerlaatste lengte die over de topgraad loopt, en veel corniches bevat, laten we met de vele verse sneeuw ongeklommen achter ons. De afdaling gaat snel en na precies 12 uur staan we weer naast onze tent.
Naast “Ham en Eggs” hadden we ook de route “Shaken not stirred” op het programma staan vanuit dit kampement, maar al snel vernemen we dat deze route niet in conditie is. Daarom besluiten we om niet langer te wachten en ons te laten verplaatsen naar ons volgende doel: de “Mount Huntington”.
De volgende dag klaart het op en worden we niet veel later in de “East Fork” onder de Mt. Huntington gedropt door ons ingehuurde kleine vliegtuigje. Onze volgende route, “Harvard route” heeft wat zon nodig om de sneeuw eruit te laten smelten. Daarom nemen we rust en geven de route de tijd op te schonen.
Twee dagen later beginnen we, na een zeer koude nacht van ten minste minus 25 gr. Celsius, aan het avontuur. Mt. Huntington is een zeer indrukwekkend en mooi ogende berg. De Harvard Route is een gevarieerde route met een serieuze moeilijkheidsgraad, (VI, 5.9, A2 en 70 gr ijs). De route wordt tegenwoordig ook wel de vergeten klassieker genoemd en ziet niet meer dan een handjevol klimmers per jaar. De berg wordt nauwlijks tot de top beklommen, aangezien het laatste gedeelte onbeklimbaar is wanneer er sneeuw valt, wat bijna altijd het geval is.
De eerste dag wordt al snel duidelijk dat er veel sneeuw ligt en dat maakt het klimmen zwaar en het kost het meer tijd om de standplaatsen te vinden. Desalniettemin bereiken we na meerdere lastige gemixte lengtes en 19 uur klimmen de geplande bivak. De nacht is gelukkig niet zo koud als de nachten ervoor, maar vraagt wel om warme slaapzakken. De volgende morgen hebben we een langzame start en krijgen we meteen de crux voor onze kiezen, de artificiële A2 lengte. Ervaring in artificieel klimmen is een absolute “must” om deze lengte soepel door te komen. We werken ons op nuts en friends door de lengte. De daarop volgende lengte is een “scary” traverse met sneeuw bedekte rotsplaten. Hierna komen we in gemakkelijker terrein.
Het is ondertussen gaan sneeuwen wat ervoor heeft gezorgd dat we ons een weg naar boven moeten graven. Na uren ploeteren komen we op het punt waar een andere, meer populaire route, het “West-face Couloir” samenkomt met de Harvard Route. Twee gidsen klommen deze route de dag ervoor en we hoopten op een begaanbaar spoor. Dit bleek niet het geval te zijn. Nu staan we voor de keuze een tweede bivak te maken, om de volgende dag de topgraad te beklimmen of om te draaien en af te dalen. Het klimwerk dat volgt is niet echt interessant meer, wat ons doet besluiten dezelfde dag nog af te dalen over de steile ijsflank van het “West-face couloir”.
Het sneeuwt stug door en het couloir vangt alle sneeuw van de berg op en regelmatig moeten in de jassen wegduiken. Gelukkig hebben de gidsen een goede abseilpiste achtergelaten en zijn we een kleine 4 uur later beneden. De nacht daarop valt nog eens 50cm verse sneeuw in het kamp en we zijn blij met de wijze beslissing die we hebben gemaakt.
Ondanks dat we de route niet hebben kunnen uitklimmen, weten we dat we al het interessante en lastige klimwerk hebben voltooid. Hierdoor kunnen we de Harvard expeditie beschrijven als een succesvol avontuur.
Bron: Leopold Roessingh