MENU

Duivelsei verslag

Op 7 september 2005 vertrok er een kleine Nederlandse expeditie [Martin Fickweiler, Gerke Hoekstra en Ronald Naar] naar de binnenlanden van Suriname. Lees hier het verslag van Ronald Naar.

Even in het kort over onze Duivelsei Expeditie: onze expeditie bestond uit vier Nederlanders, waaronder De Telegraaf-verslaggever Rob Hammink en de beide klimmers Gerke Hoekstra en Martin Fickweiler, en ik. Daarnaast twee bootsmannen Winter en Sale en twee gidsen/jagers Sensi en Apanti - alle vier bosnegers. Uitmuntende lieden zonder wie we het nooit zouden hebben gehaald.

Oorspronkelijk was ons doel de Juliana Top, de met 1280 meter hoogste berg van Suriname, maar deze "berg" is volledig met jungle overwoekerd. Om uitzicht te hebben zouden we de hele top moeten "kaalkappen".

Gaandeweg de organisatie van de Juliana Top-expeditie ontdekte ik dat elders in hetzelfde Wilhelmina-gebergte een andere en vanuit klimmers oogpunt interessantere top ligt: het Duivelsei, 980 meter hoog. Zo genoemd omdat op de lagere van de twee toppen een enorme kei in de vorm van een ei ligt.

De rots van het Duivelsei bestaat uit spijkerhard oergraniet. Vrij klimmen is er op die rots niet of nauwelijks bij, maar desondanks zijn deze pieken als het Duivelsei, Voltz Berg, Roseveldt Peak en Kasikassima (elders in het regenwoud) vanuit klimmers oogpunt uitrest interessant is. Volgens Martin is het graniet van deze rotsen driemaal harder dan het graniet van Patagonië.

Onze keuze voor een ander doel werd ook bewerkstelligt omdat we uit diverse bronnen te horen kregen dat de Juliana Top in de koloniale tijd al zeker driemaal is beklommen, hoewel de laatste keer in 1963 (en de eerste keer in 1927). Het Duivelsei bleek daarentegen geen enkele keer beklommen. Maagdelijk dus.

Bij aankomst in Suriname hebben we de positie van het Duivelsei achterhaald en na een rondvlucht langs de berg (op anderhalf uur vliegen van Parimaribo) met de Chessna die ons zou droppen, hebben we ons doel definitief gewijzigd van Juliana Top in Duivelsei (980 meter).

Op 8 september zijn we van de Kayser airstrip via het maagdelijke regenwoud van het Centraal Surinaams Natuur Reservaat naar de nog onbeklommen Duivelsei getrokken.

Eerst zes dagen met behulp van Korjaals (boten die zijn gemaakt van uitgeholde boomstammen) zijn we via de Zuid- en Oost-rivier (ook wel Lucie-rivier genoemd) tot op 20 km van de berg gereisd. Vervolgens hebben we zes dagen al kappend met machetes door het tropisch regenwoud getrokken.

Vooral de tocht door de jungle was qua oriëntatie zeer moeilijk en qua hitte en vochtigheid uiterst inspannend. Daarbij was het erg lastig omdat je nergens uit het bos uitzicht hebt en jer alleen heel af en toe vanaf een heuvel een vage glimp van het omringende reliëf en toppen kunt opvangen.

De klim zelf hebben we in anderhalve dag uitgevoerd. Eerst bush-klauteren tot op een bergpas op 100 hoogtemeters onder de top. Met slechts 4 liter water en vrijwel niets te eten gebivakkeerd (het jagen van de gidsen lukte even niet zo goed). De dag erna in zeven uur klauteren de top gehaald. Één artifice stuk van 20 meter was zeer hard en kostte ons ruim vier uur.

De zuidwand van het Duivelsei is vermoedelijk zo'n 600 meter hoog en zal de toekomstige beklimmer minimaal een week vergen.

Wie durft?
In Paramaribo waren talrijke weddenschappen afgesloten dat we het NIET zouden halen - vanwege de jungle, de hitte en de oriëntatie. Het was een deste grotere sensatie dat we de top WEL hebben gehaald.