We zitten met z’n drieën aan de keukentafel. Waar gaan we heen in de herfstvakantie? Claar wil naar Zweden en in alle rust door de eindeloze bossen zwerven. Zoon Fosse maakt het allemaal niet zoveel uit, al houdt hij wel van warme chocola en een stuk appeltaart op z’n tijd. Ik wil graag wandelen met de rugzak en slapen in een tentje in het bos. Is de Veluwe dan niet een optie? Ik meet grofweg de afstand rond de Veluwe, een grote groene vlek op mijn kaart. We pakken onze rugzakken en kampeerspullen en vertrekken op expeditie in eigen land.
Door Joanne Wissink
Plop-plop. De regen valt op de tent. Warm en knus lig ik in mijn slaapzak te luisteren. Eruit? Pfff, buiten is het niet echt aanlokkelijk. De tent staat tussen de bomen op kampeerterrein Quadenoord. Het hele bos druppelt, de bomen glinsteren in de mist en de tent is zeiknat. Soms kunnen we elkaar niet eens meer verstaan door het geroffel op het tentdoek. Midden in de nacht word ik wakker van gekrijs. Wat is dat? Een vogel of een zwijn? Is dit waar we naar op zoek waren?
‘s Morgens zitten we onder de luifel met een kop koffie naar buiten te staren. We turen op de kaart. Hoe vermijden we al die wegen, spoorwegen en dorpjes? En waar vinden we de leuke kleine paadjes? We volgen niet een bestaande route, maar zwerven op goed geluk door het bos. De locatie van het volgende kampeerterrein is daarbij ons belangrijkste doel van de dag. Want in tegenstelling tot Zweden, kun je hier niet overal je tent op zetten. We gespen onze rugzak vast en duiken het bos in. Meteen hebben we een mooi klein paadje te pakken. Al stuiten we niet veel later op een spoorlijn…
Zo dwalen we dagen door het bos. Over heides, grote velden, kleine paadjes, zandweggetjes en heel veel bos. Ondanks de wegen die we kruisen verwilderen we steeds meer. Toch is de rust niet makkelijk gevonden. We zijn niet de enige die door deze bossen zwerven. Terwijl we over een klein paadje door het bos lopen, horen we in de verte geknetter en geknal. Ergens verstopt in het groen ligt een groot militair oefenterrein. De oefeningen maken een enorme herrie. Schieten en de Veluwe lijken bij elkaar te horen. Op de Ginkelse Heide lazen we bij het Airborne monument over de enorme gevechten op de hei. Bij Oosterbeek zijn de kogelgaten nog in de bomen te zien.
Met het geschiet op de achtergrond lopen we verder richting het Kootwijkerzand. In het zand de sporen van een zwijn. Die trekt zich niks aan van al dat geknal. De volgende ochtend is het weekend en zijn de militairen vrij. Het Kootwijkerzand is groots en leeg. Je kunt hier eindeloos kijken en lopen waar je wilt. Niet kamperen, al vinden we hier het mooiste plekje daarvoor. We zetten toch even ons tentje op. Zo kan de tent mooi drogen, terwijl wij een kop koffie drinken. Verder gaat het, we ploegen door het zand in alle rust.
Het is stil in het bos, we komen niemand tegen over de kleine paadjes. Als we een weg kruisen, stuiten we op een bordje en een afgesloten pad. Het bos rond het Loo is afgesloten vanwege de jacht. Weer heeft het schieten invloed op onze tocht. Al zuchtend lopen we een stuk langs een drukke weg. Ons gezucht gaat even later over in gemopper. Het is een lange tocht en onze benen zijn moe. Al mopperend kijk ik nog eens om me heen. Hé, wat zijn dat voor stipjes? Op het veld in de verte steekt een groot gewei uit het hoge gras. Wauw, het is een kudde edelherten. Grijze en bruine lijven bewegen door het gras. Ze kijken ons aan en schieten er vandoor. Onze monstertocht van vandaag eindigt bij Landgoed de Ploeg. Een prachtig oud, statig huis, met een manege aan de rand van het bos. Het gehinnik verwelkomt ons. Ons tentje staat snel met uitzicht over velden en bossen.
Onze ronde loopt dwars door Apeldoorn. Eigenlijk wel handig want nu kunnen we meteen boodschappen inslaan. Met onze volle rugzakken lopen we door Park Berg & Bos de stad weer uit. In dit stadspark zijn we niet de enige wandelaars. We picknicken in het herfstzonnetje op een boomstronk met ons vers ingeslagen eten. "Hé, moet je kijken mam, daar loopt een beest achter het hek." De afgelopen dagen hebben we de zwijnen wel gevoeld, in het bos om ons heen, maar niet gezien. Dit exemplaar is niet wild. Het voelt als sjoemelen, maar toch heel leuk om oog in oog te staan. Deze nacht kamperen we midden in het bos op De Kooiberg. Het voelt als wildkamperen. Naast ons tentje is een waterpomp en een toilet. Verder is er niemand. De Veluwe lijkt uitgestorven. Al verwachten we wel elk moment een wolf rond de tent.
We lopen over het mooiste stukje Veluwe. Een heuse graatwandeling, maar dan in Nederland. De graat loopt over een zandrug, links en rechts kijken we de diepte in. We nemen voor lief, dat de zandrug ons de foute kant opstuurt. Ach, dan wordt het maar een lange dag. Dan lopen we morgen toch iets minder…. Dat lukt natuurlijk niet. Want tussen Zegenoord en Arnhem ligt onze langste dagetappe. We gaan niet dwalen hoor, roept Fosse! Op de Loenermark worden we verleid door een leuk zijpaadje. We doorkruisen grote, open heidevelden. Ook gaan we sluipdoor, kruipdoor onder een aantal snelwegen door. Deze oostkant van Arnhem is superstil. Juist het stuk vlak naast de snelweg, daar waar wij het niet verwachten vinden we stilte.
Nog een laatste nachtje kamperen we op Quadenoord. We kunnen geen afscheid nemen van ons bos. De zon schijnt door de bomen. De tent wappert zachtjes in een windje droog van de nacht. We maken nog een ommetje. Even verderop drinken we warme chocola en eten we appeltaart, Onderweg kwamen we eigenlijk maar weinig uitspanningen tegen. De Veluwe is toch wilder dan we dachten…