Oud-Hoogtelijn redacteur Ernst Arbouw ging met Bergsportreizen mee op een introductiecursus Toerskiën in het Oostenrijkse Gargellen, een dorpje in Vorarlberg op de grens met Zwitserland.
Deze cursus is voor skiërs met ruime piste-ervaring die de overstap naar toerskiën willen maken.
“Pisteskiën is een vrij overzichtelijke en – letterlijk – aangeharkte bezigheid. Toerskiën is alles behalve dat. Oriëntatie, het weer, lawinegevaar, je moet alles zelf in de gaten houden”, merkt Ernst op tijdens de cursus. Tijdens de NKBV-introductiecursus Toerskiën in het Oostenrijkse Gargellen, leer je goede off-pistetechniek toe te passen. Op de pistes worden technische oefeningen afgewisseld met tochten op bergen in de omgeving.
Kickturns zijn heel belangrijk bij toerskiën. In de cursus legt de berggids uit hoe je zigzaggend omhoog kan, wanneer de sneeuw steiler wordt. Je leert van de berggids om met een vloeiende beweging een bocht te maken.
Een voor een daal je de helling onder de Riedkopf af. Na een keer vallen en opstaan, leer je de techniek van toerskiën. Dit ervaarde ook Ernst; “na de vijfde of zesde smak heb ik het door: stokken kruisen om mezelf uit de losse sneeuw te duwen, opstaan, sneeuw uit m’n kleren schudden en dan min of meer welgemoed verder skiën. De kunst van het vallen en opstaan en verder gaan.”
Daarna maak je een afdaling door een bos van dichte wilgenstruiken, tussen rotsen en beekjes. “Het is meer stappen en harken dan skiën”, bekend Ernst.
De volgende dag besteed je op de piste. Via een korte afdaling kom je bij een cabinelift die je in het hart van het gebied brengt. In de ochtend doe je oefeningen die vooral bestemd zijn voor het leren van de verticale beweging. In de middag is er tijd voor lawineoefeningen: zoeken met piepers, oefenen met een sonde en graven. “De boodschap van de oefening is hetzelfde: op papier is het allemaal veel makkelijker dan in de praktijk”, leert Ernst.
Twee dagen later ga je van Gargellen, vijftien kilometer van Silvretta, naar de kabelbaan in Partenen. Vanaf het bovenste liftstation rijdt je met een minibusje naar de Bielerhöhe, aan de noordkant van de Silvretta. In dit gebied zijn geen bomen, bossen, of wilgenstruiken en geen pistes. “Alleen wit besneeuwde hellingen en een spoor van plat geskiede sneeuw naar de overkant van de Stausee”, aldus Ernst. “Als ik stilsta om een foto te nemen, is het even of ik helemaal alleen ben. Nergens is een geluid. Geen wind, geen vogels, geen andere skiërs.”
Het kans soms warm zijn voor de tijd van het jaar. Hierdoor wordt de sneeuw plakkerig en zwaar, zodat het je meer kracht kost om mooie bochten te maken. “Af en toe draaien we een paar bochten door iets dat een heel klein beetje lijkt op poeder, daarna traverseren we over bijna eindeloze noordhellingen tot er weer ergens een plukje geschikte sneeuw ligt”, merkt Ernst.
In de cursusweek is er tijd voor het verbeteren van je skitechniek, het maken van tochten en het oefenen van lawineveiligheid en oriëntatie. “Op het laatste deel van de afdaling lukt wat ik de laatste vier dagen niet voor elkaar kreeg: vallen, opstaan en verdergaan, maar dan zonder het vallen en opstaan. Ineens gaat alles precies zoals ik wil. Een stukje mooie sneeuw, ski’s die soepel meewerken. Ik draai een perfecte bocht, en nog een, en nog een”, aldus Ernst.
Wil jij ook leren toerskiën? Bekijk dan het aanbod aan toerskicursussen van Bergsportreizen.
Lees het hele verhaal in Hoogtelijn 5-2016.