MENU

Met de neus over de tenen

"Nog een uur of drie en dan zijn we er!" Berggids Alex Giacomelli wijst opgewekt naar de Hochstubaihütte. Ik kijk achterom naar Errit, die net zoals ik op handen en voeten de steile rotswand afglibbert. Opgelucht kijk ik over de gletsjer naar onze hut met op de achtergrond de witte top van de Wildspitze. We gaan het halen.

Door: Moos Braxhoofden - Oorspronkelijke tekst: Marlijn Meier

Krakend geluid

Al vier dagen volgen we de Ötztal Trek over de flanken van de bergen van het Ötztal. De totale tocht bestaat uit tweeëntwintig aaneengesloten etappes. Hij begint en eindigt bij station Ötz aan de monding van het Ötztal. Maar natuurlijk kun je ook - zoals wij - een paar mooie etappes uitkiezen en zo het dal verkennen. De eerste etappes zijn voor iedereen te doen, ook voor gezinnen met kinderen. Het zuidelijke deel van de tocht is heftiger; dat loopt door een sterk vergletsjerd gebied en vraagt hoogalpiene ervaring. Het mooie is dat je na elke etappe kunt afdalen naar het dal. De eerste dagen hebben we etappe twee tot vier gedaan. Dit gaat van de Dortmunder Hütte via de Schweinfurter Hütte en de Winnebachseehütte naar de plaats Gries in het dal. Aangekomen bij het hoogste punt van etappe vier, hebben we de gletsjer van de Breiter Grieskogel gezien. De brede plak glanzend ijs en het krakend geluid van het smelten, imponeert. Een voorproefje want vanaf morgen gaat het echte werk beginnen.

Oostenrijkse tongval

Met berggids Alex Giacomelli gaan we vandaag twee gletsjers oversteken: de Sulztalferner en de Wütenkarferner. Hij is een oude rot in het vak. Dit jaar heeft hij alweer drie keer met klanten op de Wildspitze (3768 m) gestaan, de twee-na-hoogste berg van Oostenrijk. Hij houdt de pas er stevig in. Voordat we de berg opgaan, is hij nog gemakkelijk bij te houden maar als we steil omhoog gaan moet Alex af en toe op ons wachten. “Met de neus over de toes,” zegt hij half-Nederlands-half-Engels met een Oostenrijkse tongval. Ik probeer erop te letten en merk dat het inderdaad meer balans geeft. Hoe hoger we komen, hoe meer gletsjers we zien. Ze glanzen in het felle zonlicht.

Als we over een stroom water zijn gesprongen, staan we op een dunne laag ijs. “Tijd om de stijgijzers aan te trekken”, zegt Alex. Mijn voeten voelen meteen een stuk zwaarder aan. De scherpe stijgijzers bijten zich met iedere stap vast in het ijs. Ik loop er zo op weg, Lekker veel grip. Achter elkaar lopen we de eerste ijsplak op. Het zonlicht weerkaatst via het ijs en het lijkt wel alsof we in een speciaal verlichte wereld lopen. Af en toe moeten we om grote spleten heenlopen. Het water dat zich daarin stort, maakt een enorm kabaal.

Gletsjerspleet

Als we bij een sneeuwveld aankomen roept Alex: “Tijd om aan te binden.” In een rijtje ‘staan’ we aan een lang stuk touw. Het ziet er breekbaar uit, één touw aan ons vastgeknoopt. “We zitten nu aan dit touw, zodat als iemand in een spleet valt, je hem er zo weer uittrekt,” zegt Alex luchtig. “Waar is die spleet dan?,” vraag ik. “Die hopen we niet te zien,” grapt Alex. Ik krijg het even benauwd. Net waren de spleten nog goed te zien, maar nu ligt er een laag sneeuw overheen. Braaf volg ik de voetstappen van Alex. Zonder berggids hadden we deze etappe niet kunnen lopen. Alex schopt zijn stijgijzers in de sneeuw en laat grote afdrukken achter. Plots trekt mijn touw strak. Ik sta in een ruk stil en kijk naar achter. Errit is uitgegleden en moet overeind komen. Pfoe, geen spleet, gaat er door mij heen. Een beetje beduusd ga ik verder. Even later kijken we uit over de zuidelijke bergtoppen van het Ötztal. Wij gaan door naar onze volgende gletsjeroversteek; de Wütenkarferner. De laatste gletsjerspleten zijn erg breed en donker. Grote glinsterende ijspegels hangen aan de randen. Hoe indrukwekkend ook, toch ben ik blij als we aan de andere kant van de gletsjers weer vaste voet aan de grond hebben. Straks gaan we in de hut uitgebreid nagenieten van dit avontuur!