MENU

Het voetenpaspoort van Schutrups

In het kleine Exloo in Drenthe verkoopt familiebedrijf Schutrups schoenen voor een breed publiek. Daarnaast worden ook zijn eigen voetzorgmensen opgeleid. “Een voetenpaspoort liegt niet.”

Tekst: Manon Stravens, Exloo

“In Exloo kun je niet winkelen, maar wel wandelen.” Wat dat betreft zit voetzorgcentrum en schoenenzaak Schutrups op de goede plek, zegt directeur Jan Schutrups. Exloo, een dorpje met 1500 inwoners ten noorden van Emmen, in Drenthe, heeft de heide om de hoek. Twee minuten lopen verderop huist Exloo’s eigen kudde Drentse heideschapen.

In de winkel is het gezellig druk. Er wordt koffie geschonken en met dozen gesjouwd. Jong en oud past een schoen. Het is een zonnige dag in maart, en het wandelseizoen is weer aangebroken. In een houten boomhut op het terrein werkt de marketingafdeling aan de viering van de honderdste verjaardag van het familiebedrijf, volgend jaar.

Jan Schutrups (58, een witte en een rode sok aan zijn voet) bestiert het bedrijf dat zijn opa en klompenmaker Jan in 1923 begon. Foto’s van verschillende generaties hangen aan de muur. Hij werd geboren op de plek waar nu de kinderafdeling zit. In een reparatiehokje ernaast wordt nu nog gewerkt met de grote groene schoenreparatiemachines. “De reparatiezaak kreeg er al gauw een kleine schoenenwinkel bij”, vertelt Schutrups, terwijl hij zijn bezoeker door de winkel leidt. Zoon Jaap nam het in 1963 over, en wekte de interesse van diens zoon Jan, de huidige eigenaar. “Maar het kleine winkeltje zou geen boterham voor twee gezinnen geven.”

Kinderschoenen

Dus stuurde Jaap zijn zoon, toen nog twintiger en postbode, begin jaren tachtig naar de Academie der Podologie in Rotterdam. Die discipline stond toen nog in de kinderschoenen. Maar wat Jan leerde van docent Karel Breukhoven, legde wel het fundament van zijn huidige bedrijf. “Breukhoven gaf heel leuk les, met de overtuiging dat je als podoloog niet alleen naar de voeten kijkt, maar naar iemands hele houding.”

“De eerste voetzorg werd gedaan in de woonkamer”, vertelt Schutrups. “In de avonduren. We hadden geen praktijk. Een klant met klachten kreeg het veldbedje van mijn moeder, met een kopje koffie erbij.” De huisarts aan de overkant van de straat, toen net afgestudeerd, nu gepensioneerd, bood praktijkruimte aan. Na een half jaar bouwden de Schutrupsen deze praktijkruimte na. Inmiddels worden dagelijks zo’n 150 paar voeten doorgelicht in de tien praktijken in een aparte vleugel van het pand. Ook dochters Lisa en Roos - beiden opgeleid tot podoloog - werken inmiddels in de zaak.

Schutrups is daarmee uitgegroeid van een familiebedrijf met één zaterdaghulp tot een zaak met zo’n zestig man personeel. Een derde daarvan is opgeleid tot voetzorgmedewerker, deels in de eigen Schutrups Academy. Er werken podologen, podotherapeuten, maar ook sportpodologen, orthopeten, een sportarts en fysiotherapeut, en mensen die medische pedicures kunnen doen. Schutrups heeft zo’n 80.000 vaste klanten. “Daar weten we alles van, van het gewicht en de lengte tot voetlengte en welke sporten ze doen.”

Voetenpaspoort

In de praktijk worden voeten van hiel tot teen doorgelicht. Er worden loopanalyses gedaan en loopafdrukken gemaakt. Op de zogeheten voetspiegel worden houding, stand van de voet, enkel, knie, het bekken en de schouders onderzocht. “Schoenen, sokken en shirt gaan allemaal uit, als je voor de spiegel staat. Uit het voetonderzoek rolt dan een voetpaspoort. Dit voetenpaspoort biedt de basis voor een behandelplan of een nieuwe zool, die ter plekke wordt gemaakt. “Het voetenpaspoort liegt niet.”

“Met deze podoposturale aanpak, waar de voet in relatie tot de rest van het lijf wordt bestudeerd, kunnen we heel veel leren. We kunnen heel veel aflezen aan de houding en de spierspanning, en hoe het lijf ongemakken compenseert. We kunnen zelfs een karakter aan je voet hangen. Mensen met platvoeten zijn over het algemeen rustige types. Hogevoetdragers wat meer haantjes”, lacht Schutrups. “Soms is dat voor klanten echt een feest der herkenning.”

“Eigenlijk kennen we onze voeten heel slecht”, zegt Schutrups. “Laat staan dat we er goed voor zorgen. Maar als je weet of je een holle of een platvoet hebt, slappe of sterke enkelbanden, en welke afwikkeling, dan weet je ook beter welk type schoen je nodig hebt.” Mensen zijn bij de aankoop van hun oude wandelschoenen lang niet altijd juist geadviseerd, vindt hij. “Wij bieden die kennis wel.”

Medisch en modisch

Het schoenaanbod is tenslotte ook al veel groter dan de bruinleren roodgeveterde voorganger, die uren inlooptijd eiste (maar dan wel precies paste). Er staat nog een prachtig afgedragen paar op de kast in de ruimte boven de zaak. Wandelschoenen worden hipper, comfort wordt belangrijker. “Het moet medisch en modisch zijn”, zegt Schutrups, die ook hardloopschoenen, en schoenen voor leger, politie en veiligheidspersoneel verkoopt. “Steeds meer mensen willen lopen, worden ouder, en willen ook fit blijven. Het is niet meer alleen voorbehouden aan de backpackers.” Wandelen is daarnaast wat dat betreft een goedkope sport, zegt hij ook. “Zolang je elke dag drie kilometer loopt, heb je geen dure sportschool nodig.”

Voor ieder wat wils, dus ook voor kromme tenen, zoals de hallux valgus en hallux limitus. “Waarom zou je een hallux valgus laten opereren, als je niet alle alternatieven en hulpmiddelen hebt uitgeprobeerd? Een operatie is onomkeerbaar, en het schoenenaanbod is giga tegenwoordig.” Schutrups trekt ook samen met de schoenfabrikanten op. “Die kunnen we bijvoorbeeld vragen om een bredere leest of een hogere schacht te maken, als dat nodig is. De pasvorm is heel belangrijk en persoonlijk. Zo kunnen we echt maatwerk leveren.” Maar een zooltje lost niet alles op, zegt Schutrups ook. “Hielspoor, een veel voorkomende klacht heeft ook te maken met leefstijl. Je moet mensen soms een beetje opvoeden.”

Sensortechnologie

De voetenman, zoals Schutrups zichzelf noemt, is momenteel zelf bezig met het ontwikkelen van een wandelschoen. Een stapeltje prototypes ligt op een bank. Niet alleen om competitief te blijven, ook om meer met sensortechnologie te kunnen doen, legt hij uit. Daar is volgens hem nog een wereld te winnen. “Consumenten willen tegenwoordig alles weten, maar fabrikanten zijn wat dat betreft echt schoenmakers. Die hebben weinig op met techniek. Maar als je met microchips in je schoenen kan meten wat de temperatuur is, de afstand en de druk per vierkante centimeter, kunnen we nog meer maatwerk leveren.” Een ‘Schutrups Original’ ontwikkelen valt echter nog niet mee, het juiste model heeft hij nog niet gevonden. En de investering moet je wel terugverdienen. “Jullie als bergsportvereniging zouden daar ook meer aandacht aan kunnen besteden”, lacht hij. “Niet alleen schrijven over tochten, maar ook over voeten. Mensen moeten de anatomie van de voet begrijpen, daar zou veel meer aandacht aan besteed moeten worden.”

De wandelaar mag wel wat beter begrijpen hoe zijn voet in elkaar steekt. “Een hardloper weet alles, wat hij eet, hoeveel hij rent. Dat doet een wandelaar allemaal niet. Die kan daar nog veel van leren.” Schutrups is zelf bezig met het ontwikkelen van een online wandelplatform, waar mensen alles kunnen lezen over wandelen, voeten en schoeisel.

Kan je wel onafhankelijk voetenadvies geven als er ook schoenen verkocht moeten worden? “Natuurlijk hebben we een bedrijf in leven te houden. En onze voetzorgmensen vinden ons soms al commercieel. Maar daar waar mijn vader vond dat er altijd wat verkocht moest worden, is dat nu niet meer zo. Al zullen we niet snel een schoen verkopen zonder dat je op de voetspiegel hebt gestaan. Dat zit toch in ons DNA.”

ook een voetenpaspoort aan laten meten?