MENU

Goulotte Pellisier

“Laten we de Pellisier gully op de Lachenal klimmen.” Na Vent du Dragon klonk dit als de ultieme klimvakantie: een korte, technische route op de zonkant waarin ik lekker kon gaan toolen en daarna niet aflopen, maar afskiën over de Vallée Blanche.

Kon ik dat wel, zag ik de jongens naar elkaar blikken. “Ik kom prima de piste af!” hoor ik mezelf overtuigd roepen. Dat ik een paar dagen eerder als een bang katje was teruggelopen naar de Midi, verdring ik voor het gemak. Dat kwam door de mist, en omdat ik nog nooit eerder op die ski’s gestaan heb, vertel ik mezelf*.

En zo besloten Wout, Rik, Tomas en ik de Pellisier gully te klimmen. De vellen werden gesneden, de topo bestudeerd en er werd flink gediscussieerd over waar we na afloop die welverdiende burger zouden gaan eten. Zo flink dat je bijna zou vergeten dat dat nog moest… hem verdienen!

(Tekst: Line)

19/4/2017

“Blijven glijden Line, blijven glijden”
– Tomas

Over hoe ik mijn liefde aan de Vallée Blanche verklaarde…

Dus stonden we ‘s ochtends met onze ski’s op de rugzak gebonden samen met een paar andere klimmers, een hoop skiërs en een bij elkaar geraapt groepje toeristen in de rij bij de Midi. Dat al die mensen alleen omhoog gingen om de Vallée Blanche te skiën, zou ik later pas echt (niet) goed begrijpen.

Boven op de Midi wachtte ons een strak blauwe lucht, een heerlijk zonnetje en de verwachtte harde wind viel ook reuze mee. We skieden naar de instap van de route – of althans, de jongens skieden, ik deed meer iets wat daar op leek – en deden onze stijgijzers aan. Klimmen, klimmen, klimmen, spookte er door mijn hoofd. We hadden er zin in!

Na de eerste lengte op te warmen in de firnsneeuw werd het bij de tweede lengte al meteen technischer. Lekker de bijltjes in het ijs slaan, goed je voeten gebruiken en af en toe je rug tegen één van de rotsen aanduwen. Rik en Tomas namen het voortouw en cruisden hun weg omhoog.

Het werd steeds iets meer toolen en steeds iets minder ijs, tot we in de laatste lengte met onze bijlen en stijgijzers over de blote rots schraapten. De crux, die altijd droog is. Wout en Rik namen de variant (5c/M6), terwijl Tomas en ik links omhoog de normale uitklim (M5) namen. Al die training in Utrecht finally paid off!

Na de crux volgden we de graat tot de top en liepen we weer terug naar onze ski’s onderaan de route. De graat had meer tijd gekost dan we hadden gehoopt (achteraf gezien hadden we beter kunnen abseilen), en het werd krap om het laatste treintje te halen. Doorskiën, was de boodschap.

Wat begon als leuk off-piste skiën door de poeder, eindigde als een ware nachtmerrie voor mijn bovenbenen en kuiten. IJzige boekels, nog meer ijzige boekels, en nog meer ijzige boekels. Gevolgd door een apere gletsjer en als toetje op de taart het missen van het laatste treintje…

CHAPEAU voor Rik, Tomas en Wout die mij er doorheen gesleept hebben! Maar hoe al die skiërs dit voor hun lol doen? Ik zal maar niet te hard zeggen dat ik drie dagen spierpijn had…

Ps. Wout, die de Vallée Blanche al zeker 20 keer is afgeskied, vertelde achteraf dat hij hem nog nooit in zulke slechte condities had gezien! Misschien vallen mijn ski-skills dus toch wel mee…

*Wat overigens zeker de juiste beslissing was geweest!