MENU

Erop of eronder? - Hohe Tauern

De Grossglockner, met 3798 m de hoogste berg van Oostenrijk, nodigt absoluut uit om beklommen te worden. Maar hoe leuk is het om eens een rondje rondom deze berg te maken? Vanuit waaruit je regelmatig zicht hebt op deze reus. Onder het motto 'deze keer niet erop, maar eronder' hebben we een prachtig vijfdaags rondje bedacht. Tijdens onze tocht zullen we worden getrakteerd op adembenemende herfstkleuren, oorverdovende stiltes en als bonus heupwiegende koeien tijdens een Almabtrieb.

Door: Moos Braxhoofden

Sappig grassprietje

Elk nadeel heb zijn voordeel, om maar eens een groot Nederlands voetbalfilosoof aan te halen. Het nadeel: door een druk programma, hebben we pas na de zomer tijd om naar het Nationaal Park Hohe Tauern af te reizen. Maar het eerste voordeel komen we op dag één van onze wandelroute al tegen. Op deze dag starten we vanuit Jagdhütte Kapruner met als einddoel Fusch. Terwijl wij in een rustig tempo hoogte winnen, komen ons telkens groepjes kolossale in slow motion heupwiegende koeien tegemoet... Het lijkt erop dat ze geen zin hebben om weer terug te keren naar de stal. Ze worden het pad afgeduwd door een boer. Niet eenvoudig want overal zien ze wel weer een sappig grassprietje staan.

We krijgen het advies van de boer om flink door te lopen, want straks gaat het regenen en dus sneeuwen boven de 2000 meter. Bovendien is er een groot feest in Kals – het dorp aan de andere kant van de berg - om de Almabtrieb te vieren. De formule bevestigt onze vooroordelen over Oostenrijk: een tent net buiten het dorp, heel veel bier en een bandje in Lederhosen. Daar moeten we bij zijn! Dus zetten we de sokken erin.

Perfecte zondagmiddag

Snerpend koud is het de volgende ochtend als we richting het Dorfertal op pad gaan. Vandaag staat de route Heiligenblut naar Kals op het programma. Door een nauwe kloof, de Dáberklamm, perst het water van de Dorfer Bach zich met geweld naar beneden. Het had niet veel gescheeld of deze kloof was volgestort met beton en het achterliggende idyllische trogdal was veranderd in een enorm stuwmeer. Gelukkig stemde in 1987 de plaatselijke bevolking in meerderheid tegen de plannen voor de stuwdam. Zo werd de weg vrij gemaakt om er een natuurbeschermingsgebied van te maken. Eenmaal aangekomen in Kals storten we ons in het feestgedruis.
Eigenlijk hadden we de volgende dag in de Sudetendeutsche Hütte op 2650 meter willen overnachten, maar de hut is half september al gesloten. Ook aan dit nadeel zien wij voordelen kleven: we hoeven niet door de sneeuw te banjeren. Evenwijdig aan de vriendelijk kabbelende Dorfer Bach loopt het karrenpad naar het Kalser Tauernhaus dat aan het einde van het dal ligt. Zo kunnen we kunnen genieten van een heerlijk relaxte wandeletappe op deze perfecte zondagmiddag.

Tekentafel

Aan de andere kant van de pas kijken we de volgende dag neer op stuwmeren, diverse skiliften en drukke Bauarbeiten. Eén blik op de kaart verklaart hoe het zit. Het dal voor ons is op de tekentafel handig aan het nationaal park onttrokken. De grenzen zijn kunstig om de bedrijvigheid heen getrokken. .Aan het eerste stuwmeer ligt het Alpinzentrum Rudolfshütte dat met een kabelbaan bereikbaar is. De term hotel is hier meer op z’n plaats. De tweepersoons-kamers zijn voorzien van een eigen badkamer. Er is een indoor-klimwand, sauna, zwembad en fitnessruimte en een restaurant. Best lekker, maar een enorm contrast met het Zimmerlager in het Kalser Tauernhaus.

En zo breekt alweer de laatste etappe van onze vijfdaagse tour aan. We lopen van de Rudolfshütte naar ons startpunt. Maar voordat we het park verlaten, klauteren we nog even over blokken naar de prachtige uitzichttop op de Medélzkopf (2760 m). Jammer genoeg ontneemt de Eiskögele ons het zicht op de Grossglockner, de berg waar we nu al een aantal dagen omheen dralen maar nog steeds niets van hebben gezien. Eerst speelde het slechte weer ons parten en nu staan er telkens bergen voor. Van de plaatjes weten gelukkig dat het een mooie top is.