MENU

De Hoogtelijnredactie deelt: wie wakkerde jouw liefde voor de bergen aan?

De bergen. Bij velen werden ze al in de jeugd ­met de paplepel ingegoten. Maar anderen ontdekten hun schoonheid en alle bergsportmogelijkheden pas op latere leeftijd. Vaak was het iemand anders die het vlammetje ontstak. Wij vroegen de redactie: Wie wakkerde jouw liefde voor de bergen aan?

Door: Rinske Brand

Manon: ‘De kiem voor de liefde voor bergwandelen is toch wel gelegd door mijn ouders, in het bijzonder mijn moeder, die zichzelf een ‘berggek’ noemde. Zij namen ons - mijn drie zussen en ik - al vroeg mee naar onder meer de Dolomieten, de Alpen, Corsica, Noorwegen, Schotland en Oostenrijk. Ze zetten ons op Scouting waar we leerden hiken en gingen wildkamperen in de Ardennen. Mijn zussen klaagden nog wel eens, dat ze ook wel eens wilden “duiken met leuke vissen”, maar ik heb de smaak al snel te pakken gekregen. Sindsdien heb ik vele fantastische wandelvakanties gemaakt. Het begon voor ons echt met de aankoop van vier bergrugzakken bij de Aldi, voor 75 gulden per stuk in 1997. Daarmee deden we een huttentocht in Oostenrijk. Die tas heb ik nog steeds, en is dit jaar voor het eerst gefikst door mijn oom. Ze is met 1,7 kilo eigenlijk te zwaar, maar de tas betekent te veel om zomaar te vervangen. Ik heb alle bestemmingen erop genaaid en vele zullen volgen!’

Lineke: ‘Als klein meisje liep ik al met mijn ouders en drie broers in de bergen. We hadden zo’n heel rijtje bruine bergschoentjes, vermoedelijk droeg ik die van mijn broers af. Ik weet nog goed dat we een keer in Zwitserland verdwaalden en zeven uren achter elkaar hadden gelopen, dat maakte veel indruk op me, ik vond het prachtig! Avontuur!

In mijn studententijd zag ik de bergen vooral tijdens wintersport. Totdat mijn vriend, Rob, met zijn beste vriend Berend stage ging lopen in Italië. Zij brachten het bergsportvirus mee terug! Rob overleed plotseling toen hij net 30 was en Berend maakte een paar jaar later ter nagedachtenis van hem een lange afstandstocht door de Alpen, langs de voor hen beiden bijzondere plekken. Ik liep de eerste en laatste week met hem mee en dat was voor mij mijn eerste trektocht met tent in de bergen. Ik ben Berend daar nog altijd heel dankbaar voor! Dus naast mijn ouders en Rob, was het Berend die het wakkerende vuurtje weer deed ontvlammen.’

Peter: ‘Zonder ouders geen reis naar de bergen. Maar het bergvuur is écht aangestoken, aangewakkerd en brandend gehouden door berggids en wildbeheerder Adolf Jüsy. Ons gezin logeerde vijf zomervakanties bij Jüsy en zijn vrouw in Scharnachtal, Berner Oberland. Jüsy keek het eerste jaar wat voor vlees hij in de kuip had, maar het tweede jaar was het raak. We mochten met hem mee de bergen in. ’s Nachts om twee uur op, ontbijt van muesli en melk. Hij leerde ons lopen in de bergen. Hij nam ons mee op inspectietocht naar een enorme groep gemzen, naar hun eigen kleine afgelegen hut. In zijn huis met veel houtsnijwerk, hij was ook timmerman, leerde hij ons hoe een jumar werkte, het apparaat dat hij samen met een collega heeft ontwikkeld. Hij liet ons edelweiss zien, voerde ons aan een touw over de sneeuwvelden rond de Blüemlisalphütte. Na de vijf jaar bij Adolf Jüsy (op de foto uit 1968 met mijn zusje Nanny) doofde het bergvuur niet.

Ico: Mijn vader is een francofiel met hoogtevrees. In de seventies verkenden we dus Frankrijk, maar bleven ver bij iedere afgrond vandaan. “Niet bij die rand”, klonk dikwijls luid en duidelijk. Op eigen benen werden het inter-railvakanties: lang in de trein op avontuur naar de hoeken van Europa. De eer om bij mij de liefde voor de bergen te laten ontvlammen, komt Christine toe, mijn toenmalige vriendin. Zij was het, die in 1982 een wandelvakantie voorstelde. Wandelvakantie? Dat is toch voor sukkels? O.k. dan, maar wel iets uitdagends! We kozen de GR54 rond de Ecrins. Na twee dagen moest ik verder op espadrilles, vanwege de blaren, maar mijn passie voor de bergen temperde dat niet. In 1983 had ik het sportklimmen ontdekt en liftten we naar Fontainebleau. Onze liefde hield geen stand, maar ik ben haar nog altijd dankbaar voor dat rare idee om te gaan wandelen.

Rinske: ‘Elke dag een avontuur.’ Zo stoutmoedig als deze uitspraak doet vermoeden, was mijn vader helemaal niet. Toch was het op onze vakanties altijd ons doel. Net als de Alpen steevast onze bestemming waren en de Holtkamper Flyer vouwwagen gedurende de drie vakantieweken ons huis. Mijn vader maakte zijn avontuur-belofte meestal waar in kleine belevenissen; even ‘verdwalen’ van de route, een onverwacht ritje in een stoeltjeslift, een niet voorgenomen duik in een bergbeekje. Ze vormen samen heel dierbare herinneringen. En het voornemen elke dag een avontuur te beleven, werd een eigen leitmotiv. Niet alleen voor de reizen in mijn volwassen leven, die toch wel wat avontuurlijker werden dan de alpenwei per kabelbaan. Maar eigenlijk gewoon voor het leven in zijn algemeenheid. Want zeg nu zelf; het leven is óf één groot avontuur óf …. helemaal niets ;)

Foto links: Rinske, foto rechts Frank

Frank: ‘Als laatbloeier maakte ik pas ver na mijn twintigste kennis met de bergen. De fietsvakanties door Frankrijk werden steeds meer bergwandelvakanties. Niet gehinderd door enige kennis van zaken soleerde ik in de Pyreneeën al een derdegraads route op een drieduizender voordat we dan écht zouden gaan klimmen. Bij een vaag Nederlands outdoorbureautje een Ardens avonturenweekend geboekt. Mét abseilen. Helaas gooide een gesprongen blindedarm roet in het eten. Dat abseilweekend deed ik dus maar cadeau aan zuslief. Enige tijd later bleek die zus een vriend te hebben die aan bergsport deed en ons wel wilde leren rotsklimmen. Scheurend over de Boudewijnroute werden achter in de Ford Transit de eerste knopen geleerd. De grote wandelschoenen met geitenwollen sokken werden voldoende bevonden om de eerste klimpassen te maken, waarbij het comfort van de klassieke Troll-integraalgordels toch wel wat te wensen overliet. Maar het lukte. En het was leuk. En dat blijft het met na vier decennia met meer en minder geslaagde bergtochten nog steeds.’

Rien: ‘Niet familie, maar een goede vriend implanteerde de passie voor de bergen in mijn leven. Hij was lange-afstandswandelaar en ik was eh, een onbeschreven blaadje. Na een paar jaren van GR’s met middengebergte stapten we uit op het station van Dobbiaco (Toblach) in de Sextener Dolomieten. De omgeving van de Drei Zinnen leek ons wel iets, op papier. Dobbiaco was het juiste station, maar het verkeerde moment voor ons, want van hooggebergte hadden we geen kaas gegeten. Op de Tabacco-kaart die we kochten stonden tekentjes die we niet kenden: Via Ferrata, wat was dat? We hebben het er gelukkig niet op gewaagd toen. Later werd de GR20 op Corsica wel een geschikte introductie in het hooggebergte, zodat trial and error me bespaard is gebleven. Pas jaren later kwam de NKBV in beeld.’

Femke: ‘Mijn liefde voor de bergen werd niet aangewakkerd door mijn ouders, maar is bij mijzelf ontstaan. Toch zijn de bergen en mijn ouders en daarmee mijn bestaan onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mijn moeder brak tijdens een skitrip haar voet. In die tijd skiede je nog met leren schoenen en was er dus weinig bescherming als je ongelukkig viel. Door die breuk kon zij als verpleegster-in-opleiding haar eigenlijke werk niet doen en werd ze tijdelijk als telefoniste in het ziekenhuis ingezet, zodat ze toch haar uren kon maken. Op die plek ontmoette ze mijn vader, een jonge chirurg in opleiding die haar met een gebroken voet achter de balie zag zitten, haar prachtig vond en een gesprekje met haar aanknoopte. Een maand later vroeg hij haar ten huwelijk en de rest is geschiedenis.

Eva: ‘Bij mij was het niet iemand in het bijzonder. Ik heb mijn hele leven allerlei sporten geprobeerd, maar kon nooit iets vinden wat ik écht leuk vond en wat mij goed afging. Op de middelbare school ging ik met gym naar de klimhal en ik had het zelf ook al eens gedaan met een uitje. Ik wist niet dat het mogelijk was om klimmen als sport te doen, maar toen ik hoorde dat de klimhal jeugdtrainingen aanbood, ben ik daar gelijk mee begonnen! Sindsdien heb ik nooit meer iets nieuws ontdekt dat ik zó leuk vind. Met mijn liefde voor klimmen is ook mijn liefde voor de bergen gegroeid.’

Foto links: ouders van Femke, foto rechts Eva