Voor boeken en films zijn verhalen over verongelukte bergsporters en heroïsche reddingsoperaties een uiterst dankbaar onderwerp. Wij vroegen de Hoogtelijnredactie: ‘Wat is jouw favoriete film of boek in dit genre en waarom?’
Door: Rinske Brand
Lineke: Vrijwel elke bergliefhebber heeft het boek gelezen of de film gezien: Over de rand (Touching the void) waarin Simon het touw doorsnijdt waaraan Joe met zijn gebroken been bungelt. Hij stort in een gletsjerspleet, maar is nog in leven. Dit ultieme overlevingsverhaal vertelt hoe Joe Simpson, tegenslag na tegenslag, kruipend en volledig gedesoriënteerd de berg afdaalt. In de wetenschap dat hij verlaten is en zijn klimmaten ervan uitgaat dat hij niet meer leeft. Stilmakend en intrigerend. Hij hoort water stromen maar kan er niet bij, gaat hallucineren en besluit simpelweg dat hij niet wil sterven met dat ellendige liedje van Boney M. in zijn hoofd. Basaler wordt het niet. Of toch wel, als hij drie dagen later aan de geur en de structuur vaststelt dat hij door de ‘wc’ in het kamp kruipt. Met zijn laatste kracht roept hij Simon …. Maar mijn guilty pleasure? Dat is Cliffhanger met Sylvester Stallone. Omdat het begin zo ontzettend goed is opgebouwd. Die galmende stemmen op de wand, de vriendschap, de onbevangenheid, en dan direct het noodlot dat toeslaat. Hoe de film verder gaat, geen idee. Na de val zet ik hem uit.
Peter: ‘Mijn keuze gaat over een mysterie. Over nooit opgehelderde vragen. Haalden George Mallory en zijn maat Andrew Irvine op 8 juni 1924 wel of niet de top van de Mount Everest? Beide klimmers zijn hoog op de berg gezien maar werden toen door wolken aan het zicht onttrokken. Ze verdwenen spoorloos. Op 1 mei 1999 werd het lichaam van Mallory gevonden, zo’n 600 meter onder de top. Conrad Anker vond het goed geconserveerde lichaam evenals brieven die hij bij zich had. Maar het mysterie bleef. De fascinerende zoektocht van Anker en David Roberts (Vermist op de Mount Everest) leest als een spannende detective. Schitterende bergsportliteratuur.
Om goed in de sfeer te komen hoort daar bij Last Climb van David Breashears en Audrey Salkeld. Dat gaat over de drie Everestexpedities van Mallory, en vertelt zijn geschiedenis met veel historisch beeldmateriaal. Ook ‘bewijsstukken’ uit 1924 zoals zijn teruggevonden bril, mes, hoogtemeter, horloge en schoenen laten de grootste vraag onbeantwoord: ja of nee? Spannend als een CSI-aflevering!’
Mirte: ‘Het is een moeilijke keuze, vooral omdat ik eigenlijk helemaal niet zo van dit genre houd. Een waargebeurd verhaal wordt in een boek of film vaak wat gemanipuleerd om de lezer of kijker suspense te bieden. Alsof het drama alleen al niet genoeg zou zijn. En daarom kies ik hierbij bewust voor een film die echt heel erg over de top is, volledig fictie en eigenlijk heel vermakelijk. Drie pubers zitten vast in een skilift omdat ze ingestapt zijn na sluitingstijd en worden die nacht opgegeten door wolven. Lachwekkend en uiterst slecht.’
Rien: ‘Geen bergboekenlezer, geen rampenboekenlezer, geen rampenfilmliefhebber. Kortom, wat doe je met een mission impossible? Je gaat de uitdaging aan. Omdat Robert Weijdert ruim een jaar geleden in zijn recensie (Hoogtelijn 1 2020) het woord ‘bloedstollend’ gebruikt en de achterflap rept over ‘meesterwerk’ en ‘geschreven in een uiterst vernieuwende, beeldende taal’ (maar dan wel aan het begin van de vorige eeuw), heb ik aanleiding genoeg voor ‘De grote angst in de bergen’.
Het plezier in het boek zit voor mij in de verrassende actualiteit. Terwijl De Grote Angst op een haar na een eeuw geleden werd geschreven, is het in de quarantainemaatschappij een feest van herkenning. Lees het nog voor je gevaccineerd bent.
Rinske: ‘Iemand leende me jaren geleden ‘Annapurna: First Conquest of an 8000-meter Peak’ van Maurice Herzog. Heel toepasselijk las ik deze klassieker uit 1951 op weg naar Chulu West, een berg die haar aanlooproute grotendeels over het Annapurna circuit heeft. Herzog, de leider van de Franse expeditie, onderneemt samen met Louis Lachenal de toppoging. Onderweg naar de top bevriezen hun voeten en Herzog raakt zijn handschoenen kwijt. Tijdens de afdaling verdwalen ze en tot overmaat van ramp maakt Herzog ook nog eens een flinke val. Terug in basiskamp worden bij beiden flink wat tenen geamputeerd en Herzog verliest een groot deel van zijn vingers. Maar het doel is bereikt!
De lange en ijskoude avonden in mijn tentje vlogen om. Meesterlijk verteld, enorm spannend en bij vlagen ontroerend. Of waren die tranen slechts symptoom van mijn hoogteziekte? Hoe dan ook, het boek is één grote metafoor voor het bereiken van je ultieme doel. En hoe je onderweg uitdagingen en tegenslagen tegenkomt waar je mee leert omgaan. Uitgerekend die reis hebben wij de top van Chulu West niet bereikt.’
Ico: ‘Joe Tasker en Dick Renshaw beklimmen in 1975 de Dunagiri. Ze pakken dat net zo aan als een beklimming in de Alpen, want hé, ze hebben de Eiger in de winter beklommen! Maar avonturen waar Tasker aan begint lopen altijd uit de hand. Zijn partner Dick gaat niet meer zo lekker. En zo bevinden we ons na de beklimming in een klein tentje, net onder de top, waar het veel te koud is. Dick maakt Joe wakker en laat hem zijn keiharde donkerblauwe vingers zien. Hij vertelt dat hij de avond ervoor een paar blokjes chocolade had gevonden en opat. Tot hij zich realiseerde dat de chocola op was en hij op zijn vingers aan het knabbelen was. Het verhaal is beschreven in Savage Arena, dat in 1982 na de dood van Joe verschijnt en de feitelijkheid van het verhaal raakt me nog steeds, bij herlezing.’
Marieke: ‘Op deze vraag kan ik eigenlijk geen antwoord geven. ik kijk dit soort films niet en lees de boeken evenmin. Misschien omdat ik zelf geen klimmer, maar een wandelaar ben, misschien ook omdat ik niet zo van leedvermaak hou. Alleen Touching The Void heb ik wel eens gezien, maar voor mijn gevoel is dat al meer dan 10 jaar geleden. Die vond ik overigens wel bloedstollend spannend. 127 Hours durfde ik destijds niet aan. Ik zou The Wildest Dream wel willen zien, denk ik. Maar ik weet niet of die ook als 'bergsportongevalfilm' telt; die gaat over de zoektocht naar de voetsporen van Mallory & Irvine.
Femke: ‘Ik ben geen fan van over the top drama's over kou, ijs, wind en dood op Everest, of van een jongen die zijn eigen arm moet afzagen om zichzelf uit een geklemd rotsblok te bevrijden. Interessanter vind ik de interne worsteling van een alpinist, in dit geval Reinhold Messner, die in 1970 zijn broer verliest tijdens een beklimming van de Nanga Parbat. De vertwijfeling, de angst, de ontbering, de eenzaamheid, het verdriet, en dan, eenmaal terug in basecamp en de bewoonde wereld, de vragen. Waar is zijn broer? Wat is er gebeurd en had hij het kunnen voorkomen? Is hij schuldig? Hoe verdedig je jezelf en een hartverscheurende situatie die je zelf niet eens snapt? The Naked Mountain ontnam me soms de adem en sleepte me mee in Messners tragedie op de berg en de onmacht erna.’
Frank: ‘Tijdens de eerste wereldoorlog waren Oostenrijk en Italië met elkaar in oorlog. De grote legerscharen vochten elders de strijd uit, waardoor het grensgebied tussen Italië en Tirol een makkelijke prooi voor de Italiaanse Alpini-soldaten zou zijn. De Tiroler mannen die niet aan de grote fronten vochten, vormden vliegende patrouilles en verdedigden hun land. Daaronder de beroemde berggids Sepp Innerkofler. Terwijl de strijd al beslist was, klom hij toch nog solo ’s nachts de Paternkofel om een belangrijke Italiaanse post uit te schakelen. Zijn drie handgranaten weigerden en hij werd met een rotsblok zijn dood in gegooid door de Italiaan Piero de Luca. Deze vijandige soldaat was een paar dagen eerder door Innerkofler van een van de Drei Zinnen gered. In de ronkende taal van eind jaren 50 beschrijft Luis Trenker deze geschiedenis in Om de toppen der aarde. Dat was hem wel toevertrouwd. De geschiedenis is ook meermalen verfilmd, maar die beelden halen het voor mij niet bij het geschreven verhaal. Ondertussen behoort het hele gebied waar deze strijd gevoerd werd, Südtirol, tot Italië. Dit krijgsverhaal is een van de betere voorbeelden van de waanzin van een oorlog. Het spreekt mij met name erg aan, omdat ik meerdere keren en via verschillende routes de Paternkofel beklommen heb. Iedere route heeft zijn eigen charmes en steeds weer stuit je op de top op het monument voor Innerkofler, daar waar hij ooit begraven lag. En ook stuit je meestal op bergtoeristen die de top bereikt hebben via de Innerkofler – Lucca klettersteig, genoemd naar... Inderdaad.
Florian: ‘ ‘Feeding the Rat. Als je al een tijd niet hebt kunnen klimmen (zoals nu in Coronatijd) krijgt ons innerlijke ratje honger en moet het gevoerd worden. We hebben het niet over de behoefte om een klimhal te bezoeken, maar over de behoefte, de honger, om uit de saaie maatschappelijke routine te stappen om met klimmaten een of ander krankzinnig avontuur aan te gaan. Mo Anthoine, de hoofdpersoon in dit liefdevolle portret van Al Alvarez, behoorde tot de beste Britse rotsklimmers van zijn tijd. Hij was een bescheiden man. In tegenstelling tot zijn maten Bonnington en Scott vermeed Mo liever de grote landenexpedities naar Everest en K2 (hoewel hij zich hiervoor wel eens liet overhalen) om op minder bekende plekken, zoals de Trango Towers en de Ogre zijn 'ratje te voeren'.
Lees Feeding The Rat als je wil lezen hoe Al Alvarez samen met Clive Rowland het leven van Doug Scott en Chris Bonnington heeft gered op de flanken van de Ogre. Maar lees het vooral als je een liefdevol portret wil lezen van een vriend en een klimmer die de schijnwerpers vermeed maar wel verdiende. Mo Anthoine overleed in 1988 aan de gevolgen van een hersentumor. Schrijver, dichter en amateurklimmer Al Alvarez overleed in 2019, 90 jaar oud.’