Ga ik naar Italië waar ik de taal spreek, Oostenrijk waar ik ze versta, of naar Slovenië waar ik de taal noch spreek, noch versta en ik me dus heerlijk ver weg van huis voel? Wie net als ik regelmatig last heeft van keuzestress, kiest voor een rondje op de Alpe Adria Trail, waar je zowel in Oostenrijk als Italië, als Slovenië wandelt.
Tekst Femke Welvaart Beeld Rik Burger en Femke Welvaart
De Alpe Adria Trail (AAT) loopt van de voet van de Grossglockner tot aan de Adriatische zee: 750 kilometer die de meesten in 37 etappes lopen. Heb je niet zo veel tijd, maar wil je toch de sfeer van alle drie de landen proeven, dan is de AAT Rundtour een uitkomst. Je loopt dan 135 kilometer in 7 etappes. Nog steeds geen tocht voor ongetrainde benen, want je overbrugt in die dagen dik 12.000 hoogtemeters. Elke dag flink stijgen tot je boven de boomgrens uitkomt en aan het einde van de dag weer naar het dal voor de overnachting.
Het fijne van een langeafstandswandeling is dat je in een vastgelegde periode elke dag in beweging bent. Uren en uren lopen, soms afzien, maar nog vaker genieten van het buiten zijn, de doorkijkjes en het je even alleen op de wereld wanen. En eerlijk is eerlijk: de vele hoogtemeters die we dagelijks de berg op- en afsjouwen, wennen. Ja, 's ochtends baal ik een beetje als ik met het gewicht van drie liter water plus de extra laagjes kleding, een regenjas en -broek, lunchpakket, tussendoortje en wat extra attributen in mijn rugzak de berg op loop, maar des te groter is het voldane gevoel als ik in de middag weer bergafwaarts mag en we aan het einde van de dag bij het hotel aankloppen.
De tocht is natuurlijk het leukst als de zon schijnt en je prachtig uitzicht hebt, maar zeker in de herfst laten de weergoden zich niet zomaar aanroepen. Wij starten met prachtig, bijna nazomers weer, maar er zijn ook dagen dat het tegenzit. Dat het regent. De hele dag. Hard en meedogenloos. Soms hebben we een weids uitzicht op de route van gisteren of de bergen van morgen, maar er zijn ook dagen dat ik niets zie, behalve een dik wolkendek en natte struiken. Of de zweterige binnenkant van mijn capuchon. En toch is ook dat genieten! Vooral aan het einde van de dag, wanneer mijn kleren te drogen hangen, ik heb gedoucht en een goed bed lonkt. Dan ben ik moe, ik heb spierpijn, maar voel me ook sterk en voldaan. Dat is wat een meerdaagse tocht met je doet.
Dat deze ronde door drie landen gaat, merk je zodra je een grens over stapt. De bordjes in Oostenrijk lees ik zonder problemen, gelukkig ben ik ook het Italiaans machtig, maar zodra ik in Slovenië ben, gaat mijn brein op slot. Ik snap de borden niet en sta met mijn mond vol tanden als we iemand tegenkomen. Dus groeten we in Oostenrijk met “Servus!”, in Italië met “Salve!” en zeg ik in Slovenië maar vrolijk “Ciao!” , in de hoop dat ze mijn goede intenties waarderen. Ook aan de sfeer in de hotels merk je meteen dat je een grens bent gepasseerd. In het Italiaanse Valbruna stapt een prachtig verzorgde dame op hoge hakken achter haar receptiebalie vandaan om ons een hand te geven en allervriendelijkst welkom te heten. De menukaart doet ons watertanden en de beloning van een dag hard werken is er groot: de allerbeste pasta, heerlijke kaasjes uit de regio en afsluitend een geurende espresso waar je u tegen zegt. In het Sloveens Kranjska Gora slapen we in een ongezellig groot hotel, maar kunnen we wel een duik nemen in het zwembad, bijkomen in het bubbelbad en de sauna gebruiken. Hier biedt een uitgebreid buffet voldoende keuze voor een flinke maaltijd. In de Oostenrijkse Baumgartnerhof, een hotel in the middle of nowhere, hebben we een zeer ruime kamer waar we na negen uur lopen in een dikke deken van miezer, 1300 hoogtemeters omhoog en 1400 naar beneden, in de Stube een eerlijke maaltijd geserveerd krijgen. En ook elke plaats heeft zijn eigen kenmerken en karakteristieke architectuur. Het Oostenrijkse Villach is een oude Romeinse stad met een historische sfeer, Feistritz een boerendorp en de Italiaanse Rifugio Zacchi ligt verstoken van reuring en verkeer in de stilte van de bergen.
Soms protesteren de benen. Piepend en knarsend komt het gestel dan in beweging. Zo ook op de etappe naar Rifugio Zacchi. De zon heeft na een paar pogingen de handdoek in de ring gegooid en de wereld om ons heen is grijs en druilerig. Al gauw vallen de eerste druppels en lijkt de toon voor de dag gezet. Maar vergis je niet! Juist op zo'n dag blijkt maar weer eens dat er een onverwachte beloning wacht.
Bij het Lago Inferiore komt het met bakken uit de hemel. We duiken net op tijd een overdekt terras op waar het water al gauw door de goten gutst. Tijd voor onze dagelijkse koffiestop, waar mijn humeur vooralsnog niet opknapt. De strudel is taai en fantasieloos, net als de norse man achter de toog. Het blijft regenen en de moed zakt me in de schoenen. Maar dan, als ik na vier uur mistroostig wandelen bij het Lago Superiore kom en het uitzicht zie, weet ik weer waar ik het allemaal voor doe. Ik ben betoverd. Wat een machtig uitzicht over het vlakke water waarin bomen, bergen en wolken reflecteren. De vele tinten groen, de wegtrekkende wolkenflarden en dan die diepe stilte tussen de druppels door. Ik sta stil en geniet. Dit is de beloning voor de vele hoogtemeters, de regen en het zweet.
Er zijn twee etappes waar mensen met hoogtevrees van te voren goed over moeten nadenken. In het stuk van Rifugio Zacchi naar Kranjska Gora gaat het na een facultatieve extra lus naar La Porticina, een stuk door het bos, op en af, tot je bij een rotswand komt met een heel luchtig houten richeltje. De aanloop ernaartoe gaat over gruizige grond. Gelukkig hangen er staalkabels om je op het pad te houden, maar je kunt hier beter geen hoogtevrees hebben. Een dag later, op de lange etappe naar Baumgartnerhof, kom je na het topkruis van de Schwarzkogel op een pad met aan weerszijden een steile helling. Ook hier bestaat de ondergrond uit kleine steentjes.
Heb je dat doorstaan, of zelfs genoten van dit ruige landschap en het prachtige uitzicht, dan rest de laatste etappe, van Baumgartnerhof naar Villach-Warmbad. Dit is de eenvoudigste uit het rijtje: met nauwelijks hoogteverschil en weinig kilometers. En: halverwege de Finkensteiner Nudelfrabrik, waar je uitgebreid kunt lunchen. Een aanrader voor een tussenstop! Iets van de route af, maar op een korte etappe als deze heb je alle tijd. Een kleurrijke en smakelijke afsluiter van een fantastische rondtocht.
Het hele artikel over de Rundtour van de Alpe Adria Trail staat in HL5 van 2019. Hier vind je ook de GPX files van de trail en een preview van de trail.
lees HOOGTELIJN hier online bekijk hier een preview en gpx files van de trail