MENU

De tolk deelt het team laconiek mee dat ze niet verder mogen reizen, omdat de weg naar Itkol door aardverschuivingen is weggeslagen. Ze worden teruggestuurd naar de Zwarte Zee.

”We keken elkaar verbijsterd aan. Zouden we na een half jaar van voorbereidingen, een reis van duizenden kilometers en een welhaast ondraaglijk verlangen naar de nu zo vlak voor ons liggende bergen, op het allerlaatst door de Russen worden teruggestuurd, met de boodschap dat we maar als zoete kindertjes aan het strand moesten gaan spelen?”

Er zit maar één ding op. De jongens besluiten het erop te wagen, met of zonder toestemming. Nog geen kwartier later rijden ze het stadje uit, de bergen tegemoet. De sfeer in het busje is uiterst gespannen.

“Zouden we het halen? Zouden de Russen de achtervolging inzetten?”