Na omzwervingen over de hele wereld, waarin ze met haar man eerst naar Zuid-Afrika emigreerde en daarna met een Engelse officier uit de Boerenoorlog naar India reisde, belandde de Amsterdamse Jeanne Immink in Zwitserland. Daar begon ze met klimmen, in 1889 als eerste met de Ortler (3905m) en in de vijf jaar die volgden besteeg ze meer dan 70 toppen in de Dolomieten, de Ortlergroep en in de Zwitserse Alpen.
In 1891 beklom Jeanne maarliefst 20 toppen in de Italiaanse Dolomieten, vaak via moeilijke vierdegraads routes en enkele keren zelfs langs volledig onbeklommen rotswanden. Hoogtepunten dat jaar waren de beklimming van de Fünffingerspitze en de eerstbeklimming van een nog niet eerder beklommen rotsformatie van 2855 meter hoog. Deze berg is later naar haar vernoemd en heet nu Cima Immink.
Begin 1893 maakte de Duitse officier Theodor Wundt foto’s van Jeanne tijdens de beklimming van de iconische Kleine Zinne, waardoor we een beeld krijgen van haar gewaagde ondernemingen. Wundt schreef later over Jeanne:
“Jeanne Immink heeft groot gelijk, dat ze de dames het bergbeklimmen aanbeveelt. Zelf is ze met haar ongelooflijk uithoudingsvermogen en koene onverschrokkenheid een lichtend exempel. Alpinisme geeft de vrouw het gevoel van haar eigen kracht, die geenszins zo gering is als men gewoonlijk gelooft.”
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.