Na in te vliegen op Talkeetna, een historisch dorp in Alaska, vertrokken de Nederlandse klimmers Edwin van Nieuwkerk, Gijsbert de Lange en Joost Pielage in april 1985 bepakt en bezakt naar hun expeditiedoel: Denali (6194m), de hoogste berg van Noord-Amerika. Hun plan is om de legendarische Cassin-route te beklimmen, als eerste Nederlanders. Door extreem weer verandert de poging in een bizarre onderneming van 12 dagen, maar het lukt Gijsbert en Edwin de route uit te klimmen en veilig beneden te komen.
Denali (6194m) is een berg in Alaska en de hoogste berg in Noord-Amerika. Van 1917 tot 2015 werd deze berg Mount McKinley genoemd, maar in 2015 besloot president Obama dat de berg officieel de oorspronkelijke naam Denali terugkrijgt. De arctische omstandigheden met extreme temperaturen en zware stormen maken een beklimming van Denali, zelfs via de normale West Buttress-route, een extreme test van kracht, teamwork, en logistiek.
De eerstbeklimming van de Cassin Ridge op Denali werd in 1961 gemaakt door een Italiaans team onder leiding van Riccardo Cassin. Hun beklimming was de 23e beklimming van de berg, maar slechts de 5e route die op Denali werd geopend. Tegenwoordig geldt de Cassin als één van de meest bekende en legendarische routes van Noord-Amerika. De eerste beklimmingen werden vaak in expeditiestijl met vaste kampen gedaan - een techniek die ook vandaag nog populair is op Denali - maar een groeiend aantal sterke klimmers probeerde in de loop der jaren de route solo of in één dag te voltooien.
Het plan om te acclimatiseren op de nabijgelegen Mount Foraker (5304m) werd gedwarsboomd door slechte sneeuwcondities, dus wijkt het team uit naar de normaalroute op Denali (de route via de West Butress), waar ze een paar dagen in Camp 14 verblijven en een keer tot 5000m klimmen om te wennen aan de hoogte.
Daarna doet het Nederlandse team een eerste poging in de Cassin route. Er zijn twee mogelijkheden om bij de instap van de route te komen: de rechtstreekse route via de NE fork van de Kahiltna Glacier en een indirecte route via de E fork, een steil ijscouloir en sneeuwgraat die naar de bergschrund onder de Cassin leidt. De Nederlanders besluiten niet voor de route via de NE fork te gaan, omdat daar een enorme serac boven hing. Bovendien verdween er in 1980 een groep Canadese klimmers en kreeg deze route de onheilspellende naam Death Valley.
Na de eerste lengtes in de route krijgen de Nederlanders de schrik van hun leven in het zogenaamde ‘Japanse couloir’. Gijsbert maakt een enorme voorklimmersval van 50 meter als gevolg van een loskomende pickel in snoeihard ijs. Ze dalen af naar basiskamp en Joost besluit om naar huis te gaan.
Edwin en Gijsbert wilden nog wel een poging wagen. Deze keer rechtstreeks via de NE fork en deze keer met tent, omdat bivakkeren zonder tent te koud bleek. Ze namen eten mee voor vier dagen. Op de eerste dag beklommen ze het Japanse Couloir, en op de tweede dag de Knife Edge Ridge en de Hanging Glacier tot het vroeg in de middag ging sneeuwen. Op dag drie volgde de First Rock Band tot 4800 meter. Tot zover loopt het voorspoedig, maar dan slaat het weer om.
Vier dagen lang zitten de vast in hun tentje in storm. Ze hebben maar voor vier dagen eten bij zich en kunnen op dag acht pas verder klimmen. Gelukkig is er wel genoeg gas om sneeuw te smelten voor water. Als het weer eindelijk opklaart, klimmen ze op de achtste dag in de route de laatste moeilijkheden, Second Rock Band, en komen op 5100m op de Big Bertha Hanging Glacier uit. Op 5200m bereiken ze de Upper Ridge, waar ze uitrusten en slapen.
Op de negende dag kunnen de touwen ingepakt worden en gaan de Nederlanders als zombies de laatste 900 meter verder omhoog. Boven stormt het zo hard, dat ze soms moeten kruipen om niet weg te waaien. De skibril van Gijsbert versplintert door de intense kou en de hele situatie, die toch al behoorlijk uit de hand was gelopen, wordt een beetje benard. De mannen raken gedesoriënteerd.
Als ze op 6100m eindelijk de Kahiltna Horn bereiken, de top van de route, slaan ze rechtsaf in plaats van links naar beneden. Door naar de top van Denali zit er niet meer in, en het plan is om af te dalen via de West Buttress, maar wat is de juiste route om af te dalen? Iets hoger aan de noordkant van de berg is het iets luwer, kunnen Gijsbert en Edwin even overleggen, en realiseren ze zich dat ze de verkeerde kant op te zijn gegaan.
Ze dalen af en op ca 6000m zetten ze tent op en storten neer. Het gas voor water is op. De volgende dag, zonder gedronken te hebben en als ze inmiddels ook een paar vingers hebben bevroren, dalen ze af naar Camp 17 op de West Buttress. Op dag 11 worden ze nog eens een dag opgehouden door een nieuwe storm. Op dag 12 dalen ze af naar Camp 14, waar veel klimmers zijn, en een paar dagen later zijn ze terug in het Denali basiskamp.
Gijsbert op de NE fork van de Kahiltna Glacier.
Gijsbert op de NE fork vlak onder bergschrund waar de ski’s worden achtergelaten.
Dag 1: Gijsbert klimt de bergschrund (3780m).
Dag 1: Edwin in 50° ijs boven de overhang in het Japanese Couloir (3960m).
Dag 2: Nadat Edwin de 80° traverse heeft geklommen kijkt hij terug op Gijsbert en onder hem het grote rotsblok waaronder ze de eerste nacht sliepen (Cassin Ledge 4085m).
Dag 2: Gijsbert in de, volgens moderne topo’s 5b, sleutelpassage boven de Cassin Ledge.
Dag 2: Edwin op het 50° steile sneeuwveld onder de Knife Edge Ridge.
Dag 2: Terugblik op de Knife Edge Ridge met Edwin. Deze 7-8 touwlengtes lange graat op 4100m was de meest enge van de route: geen firn, maar bodemloze sneeuw in de steile flanken.
Dag 2: Terugblik vanaf de Hanging Glacier op de Knife Edge Ridge met Edwin. De lucht betrekt en het gaat sneeuwen, het team besluit in de bergschrund van de Hanging Glacier te blijven.
Dag 3: Gijsbert boven de M-Shaped Rocks in 50° steil terrein op weg naar 70° mixed klimmen.
Dag 3: Edwin kijkt op 4700m terug op Gijsbert in het 50° mixed terrein.
Dag 3: Na de Small Bivy (4785m) te hebben uitgehakt rust Gijsbert uit. Hierna zet het team de tent op om er pas op Dag 8 weer uit te komen.
Dag 8: Gijsbert klimt de eerste lengte boven de Small Bivy op 4785m waar ze vier dagen hebben vastgezeten in een storm.
Dag 8: Gijsbert klimt over een “easy mixed rib” aan het begin van de Second Rockband.
Edwin heeft 70° mixed terrein geklommen in de Second Rockband en kijkt terug op Gijsbert (4850m). In de diepte eronder, ca. 1700m lager, de E en NE Forks van de Kahiltna Glacier en erboven de Knife Edge Ridge, 6 dagen eerder beklommen.
Dag 8: Gijsbert klimt op 5080m de laatste touwlengte in rots. 5a volgens moderne topo’s, om de Big Bertha Hanging Glacier te bereiken. De weg naar de top ligt dan open en is voornamelijk nog een lange sneeuwgraat.
Dag 8: Edwin leidt naar een 50° sneeuwveld wat toegang geeft tot de een col (5180m) in de graat naar de top.
Dag 9: Gijsbert op 6000m, bijna boven en vlak voordat een nieuwe storm zo hevig zou losbarsten dat ze stukken moesten kruipen. Edwin is al een stuk op weg in het 45° terrein direct onder de Kahiltna Horn (6100m). Toen ze daar aankwamen gingen het team gedesoriënteerd naar rechts richting de top (6194m) ipv links af naar beneden.
Dag 10: Boven de Archdeaons Tower voor het team verder afdaalt. Na een oncomfortabele nacht op 6000m zonder drinken, rust Gijsbert uit van het inpakken van de tent.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.