We kennen weinig landen met zo’n veelzijdigheid aan bergwandelgebieden als Spanje. Het strekt zich uit van de Pyreneeën in Noord Spanje tot aan de Sierra Nevada in het zuiden en alles wat daartussen ligt. En dan hebben we het nog niet eens over de Balearen en de Canarische eilanden. Spanje is een enorm groot land met hoge toppen en stevige uitdagingen voor de echte klimmers maar je vindt er ook oneindig veel afwisselende tochten en heerlijke bergwandelingen.
Zo kennen de Pyreneeën in het noorden van Spanje maar liefst 129 toppen die hoger liggen dan 3.000 meter. De wandelmogelijkheden in dit gebied zijn bijna oneindig. Als je houdt van ruig en ruw gebergte met véél rotsen maar ook stille bossen en meren én leuke casas rurales, dan zijn de Picos de Europa aan de noordkust van Spanje een echte aanrader. De Sierra Nevada is een gebergte in de regio Andalusië in Zuid Spanje. Na de Alpen is dit de hoogste bergketen van West-Europa. Hier is ook Mulhacén (3.479 m), de hoogste berg van het vasteland van Spanje, gelegen. Wil je trouwens de hoogste berg van Spanje zien of beklimmen dan moet je naar het Canarische eiland Tenerife. Hier ligt de vulkaan de Teide (3.718 m.). Naast de veelzijdigheid heeft Spanje het voordeel dat je er vrijwel het hele jaar door kunt wandelen. Ligt in de Pyreneeën nog volop sneeuw dan wandel je al tussen de amandelbloesems in Andalusië.
Vind een tocht die bij jou past