Voor het tweede achtereenvolgende jaar zijn de klimmers op de Mount Everest betrokken bij een tragedie. Vorig jaar vonden 16 sherpa’s de dood na een lawine in de Khumbu ijsval. Na de beving van zaterdag werd het basiskamp getroffen door een enorme sneeuw- en ijslawine. Inmiddels zijn daar 20 lichamen geborgen.

Zondagmorgen konden helikopters het basiskamp bereiken en vervoerden ruim twintig zwaargewonde klimmers naar het ziekenhuis van Pheriche, de overige ruim 40 gewonden worden verzorgd in het basiskamp.

Boven de ijsval zitten zo’n honderd deelnemers van de diverse expedities. Het is nog onduidelijk hoe die naar beneden komen omdat minstens een deel van de geprepareerde route door de ijsval vernietigd is door de lawine. Inmiddels verzamelen zich vele tientallen toeristen op het vliegveld van Lukla, in afwachting van transport naar Kathmandu.

Groepen
Enkele Nederlandse reisorganisaties waaronder Snow Leopard Adventures hebben groepen reizigers in en vlakbij het getroffen gebied. De communicatie met grote delen van Nepal via de telefoon verloopt moeizaam en is in sommige gebieden niet mogelijk. Op de website van Snow Leopard staat de meest recente informatie over de groepen van de organisatie die in Nepal zijn.

Staartjes
De Nederlandse klimmers Katja Staartjes en Henk Wesselius uit Okkenbroek zaten zaterdag dichtbij het epicentrum, maar zijn ongedeerd. De twee waren bezig met een voorbereidingstocht voor hun beklimmming van de Gurla Mandhata in Tibet in mei en juni. Staartjes en Wesselius hebben hun voorbereidingstocht afgebroken. Via hun satelliettelefoon vertelde Katja zaterdag dat ze op ongeveer 60 kilometer ten noorden van de Nepalese hoofdstad Kathmandu zitten en dat de eenvoudige huisjes in de dorpen allemaal ingestort zijn. Ook alle beter gebouwde huizen zijn beschadigd. Staartjes en Wesselius proberen samen met andere buitenlanders te helpen in het dorp waar ze nu zijn. Beiden gaven zaterdag aan een schuilplaats voor de nacht te zoeken en terug te keren naar Kathmandu.

Everest
Ook de Nederlander Eric Arnold, die bezig was met een vierde poging de Mount Everest te beklimmen is ongedeerd. Door de aardbeving ontstonden lawines in de buurt van het Everest basiskamp, die het kamp deels verwoestten. Inmiddels zijn daar 20 lichamen geborgen. Gevreesd wordt dat er nog mensen aanwezig waren in de bedolven en verwoeste tenten. Eric Arnold helpt in het basiskamp dat hij omschreef als een slagveld. Arnold was een van de eersten met een uitvoerig verslag vanuit het basiskamp. Zijn hele relaas werd vertaald en gepubliceerd door de Washington Post.

Met Peter Boogaard uit Oegstgeest, die met de sherpa Namgya in een tweemansexpeditie een tweede poging doet de Mount Everest te beklimmen, ditmaal vanuit de Tibetaanse zijde, is inmiddels contact geweest via de satelliettelefoon. Op zijn website schrijft het thuisfront dat hij de schokken zeker heeft gevoeld op de berg, maar ongedeerd is. Ook andere expedities aan de noordkant van de Everest hebben geen grote problemen gemeld. Dat geldt ook voor expedities op andere 8000’ers als de Annapurna en de Manaslu.

Shishapangma
De Nederlandse advocaat Stephan Wijnkamp, die in Innsbruck woont en gespecialiseerd is in bergongelukken, was met een kleine groep aan het klimmen op de Shishapangma toen ook zij overvallen werden door de aardbeving. In een telefoongesprek met Robin Baks, directeur van de NKBV, vertelde Wijnkamp zaterdag dat er meteen na de beving op de berg ijstorens afbraken, rots- en sneeuwlawines ontstonden maar dat zijn groep ongedeerd is. De sherpa die met Wijnkamp op de berg is, komt uit Khumjung, een van de zwaar getroffen dorpen in het Sherpagebied. De expeditie is afgebroken. De vrouw van Wijnkamp, de Oostenrijkse Cornelia Becker, is trauma-arts en probeert te helpen waar dat nodig is.

Noot voor de pers: voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Robin Baks, directeur NKBV, via robin.baks@nkbv.nl