De Nederlandse Hindukush Expeditie van 1976 was de eerste expeditie die door de Nederlandse Bergsport Vereniging (NBV) werd uitgerust, en had als doel het beklimmen van de 7403 meter hoge Istor-O-Nal in de Pakistaanse Hindukush. Het team bestond uit Fred Bongers, Jan Hendriks, Peter Lombaers, Bernard Tellegen, Robert Weijdert en Ronald Naar. Ruud van Maastricht ging mee als expeditieleider en Gee van Enst als arts.
Istor-o-Nal is de op twee na hoogste berg in de Hindu Kush, in het Chitral-district van de noordwestelijke grensprovincie van Pakistan. De top ligt een paar kilometer ten noordoosten van Tirich Mir (7708m), de hoogste berg in de Hindu Kush. Het Nederlandse team had gehoopt op een permit voor Tirich Mir, maar kreeg er eentje voor Istor-O-Nal. Istor-O-Nal werd voor het eerst beklommen in 1955 door een Amerikaans team geleid door de Pakistaanse majoor Ken Bankwala.
Begin juli begonnen de Nederlanders aan hun tocht naar het basiskamp, eerst per jeep en daarna te voet. Met hulp van 95 dragers staken ze de Zani An-pas (3900m) over. Daarna liep de expeditie in drie dagen naar het zogenaamde 'Babul-Camp' (4800m), gelegen aan de noordoostelijke kant van de uitgestrekte Upper Tirich-gletsjer, en op de hellingen van Istor-o-Nal. Hier werd basiskamp ingerich.
Om te wennen aan de hoogte werd besloten om eerst Ghul Lasht Zom te beklimmen. Op 14 juli richtten Robert, Bernard, Ronald en Jan op ongeveer 5000m kamp I op. Twee dagen later werd kamp II opgezet direct onder de oostgraat van Ghul Lasht Zom. Op 19 juli bereikten Ronald en Jan de oostelijke top (6611m). De volgende dag werd de klim herhaald door Robert en Bernard en op de 21ste door Ruud en Fred.
Op 20 juli probeerden Peter en Jan vanuit kamp II ook nog Dertona Peak te beklimmen, maar slaagden daar niet in. Op 22 juli was iedereen terug in het basiskamp, en waren alle kampen weer opgebroken.
Na deze succesvolle acclimatisatieronde besloot het team om de noordtop van Istor-o-Nal (7373m) via de westwand te proberen, via een route die door de Oostenrijkse Kurt Lapuch is geklommen in 1967. Op 24 en 25 juli werd de route naar kamp I verkend en de volgende dag richtte een zevenkoppig team het kamp in (5500m), onderaan de 2000m hoge westwand. De grootste moeilijkheden in de route waren drie steile ijsvallen (ice fall) op 5800m, 6100m en 6400m. Op 28 juli werd een weg gevonden door de eerste ijsval en richtte het team een depot in direct onder de tweede ijsval. In de daaropvolgende dagen werd het depot verder naar boven geschoven, waarna het team zich wegens slecht weer terugtrok in basiskamp.
Op 3 augustus werd de eerste toppoging ingezet. Ruud en Ronald bereikten op 6 augustus de top. De volgende dag beklom Bernard de berg solo. En op 8 augustus bereikte Fred ook alleen de top, nadat Jan op slechts 200 meter onder de top was omgedraaid.
Tijdens de beklimming maakten de Nederlanders geen gebruik van buitenlandse berggidsen of Nepalese sherpa's. Bovendien bereikte het team een hoogte die op dat moment nog nooit eerder door een Nederlanders was bereikt.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.