In april 1972 bezochten 10 leden van de Koninklijke Nederlandse Alpenvereniging (KNAV) de Rolwaling-vallei in Nepal, direct ten zuiden van de berg Guarisankar (7134m). Basiskamp werd op ongeveer 4.600m hoogte opgebouwd, nabij het meer aan het einde van de Tolam Bau-gletsjer.
Vanuit basiskamp probeerde een team, dat bestond uit Xander Verrijn Stuart, Robert Eckhardt, Frans Visser samen met de Nepalese Ang Kami Sherpa en Ang Tjoendi Sherpa, de 6259 meter hoge berg Chugima Go te beklimmen. Chugima Go is een elegante kegel van gecanneleerd ijs en was op dat moment nog onbeklommen. Het team kiest voor een route via de noordoostgraat-noordwestgraat, maar staakt de poging op ongeveer 5700m. De poging mislukte omdat het team te weinig ervaring had met de hoogte, de iceflutes, de gecornichte graten en de dimensies van zo’n berg. Daarnaast hadden ze problemen met het gas, dat niet geschikt was voor de koude en de lage druk die er op hoogte is.
Robert Eckhardt en Xander Verrijn Stuart bereikten wel een naamloze top van 5325m in de noordoostgraat van de Chugima Go.
Later in de expeditie beklommen Margreet Hogeweg, Xander Verrijn-Stuart, Robert Eckhardt en Frans Visser samen met de Nepalese Ang Tjoendi Sherpa de berg Parchamo, een gemakkelijke sneeuwtop van 6279m op weg over de Tashi Labcha-pas naar Thami.
Mogelijk is Margreet Hogeweg daarmee de eerste Nederlandse vrouw die de top van een ‘zesduizender’ bereikte. Dat zou ook Jenny Visser-Hooft kunnen zijn, die in de jaren ‘20 in de Karakoram met haar man Philips Visser verschillende explorerende expedities ondernam. Of zij toen ook de top van een zesduizender bereikte blijft uit de boeken die erover gepubliceerd werden onduidelijk.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.