In 2010 wilden de Amsterdamse studenten Roeland Bom, Bart Klein, Daniel Kuipers en Marian Michielsen naar een avontuurlijk deel van de wereld reizen, zonder veel klimmers, binnen hun beperkte budget en met bergen onder de 6.000 meter. Ze kiezen voor het Wakhan Corridor, een gebied onaangetast door de oorlog in de rest van Afghanistan, met vriendelijke mensen en veel mooie, onbeklommen bergen.
Na vier dagen reizen, kwam het team aan in Qala-i-Hurst, een dorp dat diep in het Wakhan Corridor ligt, en van waaruit de gletsjervallei met dezelfde naam naar het zuiden oprijst tot aan de Pakistaanse grens. Ze regelden 10 dragers voor de laatste tocht naar het basiskamp op 4.800 m, die ze in twee dagen bereikten. De gletsjer is meer dan 10 kilometer breed en omringd door vele imposante noordwanden.
Op de eerste dag maakten ze een acclimatisatietocht naar een lage berg in het midden van de gletsjer, van waar ze een goed uitzicht hadden op de omliggende toppen. Ze selecteren vier bergen die voor hen haalbaar lijken, voor zover bekend allemaal niet eerder beklommen. Uiteindelijk beklimmen ze drie van de vier bergen.
Voor de beklimming van Koh-e-Hoppa (een naam die de Nederlanders de berg gaven), hebben ze een hele dag nodig. De route bestaat uit een rotsig couloir, gevolgd door steile sneeuw en een korte graag naar de top van 5.300 meter. De route werd AD gewaardeerd met meestal sneeuw tot 70°, met een schoorsteen in 3e graads rots.
De tweede berg, Koh-e-Baffa (De Goede Berg) is 5300 meter hoog en werd door hen via een sneeuwgraat overschreden (AD+).
Voor de derde berg moet het team een bivak maken op col van de graat die op de grens loopt. Voor zover bekend is deze pas nooit eerder door mensen overgestoken. Ze beklommen de besneeuwde graat, maakten een steile traverse langs een rotstoren en volgden uiteindelijk een andere graat naar de top. Ze noemden de berg Koh-e-Forot Zorman (5.500 m), naar het pasgeboren neefje van Roeland (AD+, met sneeuw tot 60° en een korte mixed geul van 80°).
Het team bracht nog een nacht door in het bivak en begon daarna aan een poging om de vierde top te beklimmen. Een couloir leidde naar de graat. Dit zag er moeilijk en delicaat uit, maar de graat leek geen probleem. Dat viel behoorlijk tegen. Het beklimmen van het couloir aan de oostkant ging moeiteloos, maar de bergkam bleek een steile wand met losse sneeuw op even steile rotsen te zijn. Tweehonderd meter onder de top was het team tot hun eigen teleurstelling gedwongen om om te draaien.
Een jaar na deze expeditie, in 2011, is Marian Michielsen na ongelukkige val tijdens een beklimming van de Dreieckhorn (3803m) in de Alpen overleden.
Onderweg naar basiskamp.
Basiskamp.
Alle beklommen en geprobeerde bergen.
Koh-e-Hoppa aan de oostkant van de Qala-i-Hurst-gletsjer, met de route van de eerste beklimming (van links naar rechts).
Koh-e-Baffa-lijn geklommen van links naar rechts.
Klimroute Koh-e-Forot Zorman, bivak op de col en daarna via de westgraat omhoog.
De route over de westgraat naar de top van Koh-e-Forot Zorman.
Klimmen op Koh-e-Forot Zorman.
Onderweg op de gletsjer.
Marian Michielsen klimt.
Teamfoto.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.