Op 1 augustus 2008 kwamen 11 bergbeklimmers van verschillende nationaliteiten om het leven op de K2 (8.611m). Tijdens deze tragedie was ook een Nederlandse expeditie op de berg. Een team dat bestond uit de Nederlanders Wilco van Rooijen, Cas van de Gevel en de Ierse Gerard McDonnell en de Nepalese Pemba Gyalje Sherpa bereikten de top. Terwijl zij zich opmaakten voor de afdaling voltrok de ramp. Expeditieleider Wilco van Rooijen raakte zelf twee nachten vermist. Gerard McDonnell overleefde het niet.
De K2 is een 8611 meter hoge berg in de Karakoram, op de Pakistaans-Chinese grens. Het is de op een na hoogste berg ter wereld, na de Mount Everest. De K2 geldt als ‘heilige graal’ voor bergbeklimmers en is volgens veel kenners de moeilijkst te beklimmen bergtop ter wereld. Na vele mislukte pogingen werd K2 in 1954 werd de berg voor het eerst bedwongen door Lino Lacedelli en Achille Compagnoni. Sinds de eerste beklimming heeft bijna één op de vier klimmers die de top bereikten tijdens de afdaling de dood gevonden. In 1995 bereikten Hans van der Meulen en Ronald Naar als eerste Nederlanders de top van K2.
In 1995 namen ook Wilco van Rooijen en Cas van de Gevel deel aan de expeditie naar K2. Wilco raakte daar door een vallende steen zwaargewond, en ook Cas haalde de top niet vanwege darmproblemen. In 2006 deed Wilco als deelnemer aan een internationale expeditie nog een vergeefse poging K2 te beklimmen. Ook nu haalde hij de top niet. Wel ontmoette hij hier de Ier Gerard McDonnell. Samen planden zij een nieuwe expeditie naar K2 in 2008. De Norit K2-expeditie werd Wilco’s derde poging. Ook Cas zou weer mee gaan.
De kans om in 1995 mee te gaan naar K2 met de ervaren expeditieleider Ronald Naar, wilden Cas en Wilco nu zelf ook aan jonge klimmers bieden. Wilco plaatste een oproep op de NKBV-website waarin stond dat hij ‘jonge honden’ zocht voor de expeditie. Dat werden uiteindelijk Roeland van Oss en Jelle Staleman. Verder sloten Court Haegens aan en, naast Gerard McDonnell, nog twee buitenlandse klimmers: de Australiër Mark Sheen en de Nepalese Pemba Gyalje Sherpa.
Eind mei komen de klimmers aan in het basiskamp op ongeveer 5500 meter. Aanvankelijk verloopt de expeditie voorspoedig. De sfeer is goed en het team weet relatief snel touwen te fixeren en de routes naar de verschillende kampen op de berg in te richten. Op 5 juli, een maand na de start van de expeditie, doet het team al een toppoging. Ze stranden op ongeveer 7600 meter hoogte omdat ze nog niet genoeg touw hebben kunnen fixeren om de route naar de top veilig te kunnen afleggen. Maar met nog een maand te gaan is er voldoende tijd en blijft het team positief. Alleen Court voelt zich niet goed en besluit naar huis te gaan.
Maar helaas: het weer slaat om en het team moet meer dan drie weken in basiskamp wachten op een mogelijkheid om op pad te gaan. Juist als de verveling begint toe te slaan komen de eerste positieve weerberichten binnen. Op 28 juli vertrekt het Nederlandse team direct richting Kamp 2 op 6400 meter hoogte. Alle andere teams gaan over de Abruzzi-graat, maar de Nederlanders kiezen voor de Cesen-route.
Vanaf Kamp 4 op 7700 meter komen de routes weer bij elkaar. In een paar dagen tijd klimmen de mannen steeds hoger. Van de Norit K2-expeditie bereiken op 1 augustus 2008 Wilco, Cas, Gerard en Pemba de top van K2. Een fantastische triomf.
Jelle keert een paar honderd meter voor de top om. Hij slaapt een uurtje in Kamp 4, daalt dan zelfstandig af naar Kamp 3 en de volgende dag gaat hij terug naar basiskamp.
Ondertussen begint de rampspoed op de berg. Eerst valt er een Serviër naar beneden, en bij het bergen van het lichaam glijdt er nog iemand uit: twee doden. Daarna breekt in de ‘bottleneck’ een groot stuk van de serac af. Het ijs slaat de vaste touwen weg en overal op de route liggen grote brokken ijs. Doordat er geen vaste touwen meer zijn en het donker begint te worden, komen veel klimmers hoog op de berg vast te zitten. Ook de Nederlandse expeditie komt in de problemen. Cas en Pemba weten zichzelf uiteindelijk in veiligheid te brengen, maar Wilco en Gerard zijn vermist.
Wilco was door het ontbreken van de touwen verdwaald en miste in zijn afdaling Kamp 4. Na twee nachten boven de 8000 meter vond hij uiteindelijk Pemba en Cas terug. Over deze ijzingwekkende dagen schreef Wilco het boek Overleven op de K2 (2010). Gerard McDonnell overleefde de ramp niet. Hij overleed tijdens een poging om drie Koreanen, verstrikt in de touwen, los te maken en een kans op overleven te geven.
McDonnell’s heldendaad kostte hem het leven. Het team heeft aan de voet van K2 een herdenkingsmonument voor hun Ierse teamgenoot opgericht. In 2009 beklom Jelle Staleman samen met Niek de Jonge in Groenland een onbeklommen berg. Als eerbetoon aan Gerard besloten ze deze berg McDonell Peak te noemen.
Dragers onderweg naar het basiskamp.
Zicht op K2.
Het hele team in het K2-basiskamp.
Het uitzicht vanuit Kamp II.
Pemba en Wilco boven Kamp II.
De altijd vrolijke Gerald McDonnell halverwege de berg.
Het team rust uit in Kamp III.
Gerard met het kevlar-touwtje dat hem in 2006 redde.
Wilco op weg naar Kamp IV.
Boven kamp IV op 8000 meter hoogte.
Op weg naar de top, in de vroege ochtend, nog ver onder de Bottleneck.
Marco in de traverse.
Gerard McDonnell, de eerste Ier op de top van de K2.
Op de top, met de schaduw van de K2.
Cas en Wilco op 3 augustus om 20.30u, na Wilco's 'vermissing'.
Op de top om 18:39 uur. Links Hugues en Karim, rechts Gerard, Pemba, Wilco en Cas.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.