In de zomer van 1986 opende een Nederlands team een nieuwe ‘directe’ route over de noordwestgraat naar de top van de Pakistaanse berg Rakaposhi (7788m). Het team bestond uit Dries Nijsen (expeditieleider), Ton van den Boogaard, Rudolf de Koning, Mathieu van Rijswick en Robert Eckhardt. Het was de zesde beklimming van de berg.
Rakaposhi ligt in het Karakoram-gebergte ongeveer 100 kilometer ten noorden van de stad Gilgit. Met 7788 meter staat Rakaposhi op de ranglijst van de hoogste bergen ter wereld op de 27ste plaats. Rakaposhi is de enige berg ter wereld waarbij klimmers meer dan 5000 hoogtemeters tussen het basiskamp en de top moeten overbruggen. In 1958 werd de berg voor het eerst beklommen door de Britten Mike Banks en Tom Patey via de zuidwestpijler en -graat.
De Nederlanders wilden Rakaposhi beklimmen via de noordwestgraat. Deze graat werd slechts één keer eerder beklommen, door een Pools-Pakistaanse expeditie in 1979.
In augustus 1986 vertrok de Nederlandse Rakaposhi Expeditie naar Pakistan. Vanaf de tweede dag in basiskamp was het direct tien dagen lang zeer slecht weer. Boven kamp 1 (4800m) kon het team al bijna niet verder komen. Pas laat in de expeditie forceerde het team een route naar kamp 2 (5400m). In de daaropvolgende dagen klaarde het op, en werd op 6300 meter hoogte op de noordwestgraat kamp 3 opgebouwd. De Nederlanders fixeren 800 meter touw. Kamp 1 werd vernield door een lawine waar Dries en Ton ternauwernood aan konden ontkomen. Na dit drama diende zich tot overmaat van ramp nogmaals een periode van slecht weer aan.
Het Nederlandse team maakt de balans op. Kamp 1 en 2 zijn overvloedig bevoorraad. In kamp 3 staat alleen een tent met wat uitrusting. Vanaf kamp 2 is het zeker nog zeven dagen naar de top en terug. Dus gezien de tijd moet het team - weer of geen weer - snel vertrekken en boven kamp 3 volledig in ‘alpiene stijl’ (zonder vaste kampen of touwen) verder klimmen.
Het team vertrekt. Ton blijft achter in basiskamp vanwege ziekte. De overige teamleden moeten vanwege de vele sneeuwval bijna meteen al heupdiep sporen. Mathieu vindt het risico te groot en besluit terug te keren. Laat in de middag komen Dries, Robert en Rudolf in kamp 2 aan, hoewel het ze even duurt voordat ze de volledig ingesneeuwde tent terugvinden. Mathieu en Ton gaan een dag later alsnog omhoog. Het eerste team doet een poging tot kamp 3 te komen, maar loopt vast in de sneeuw. Ook Mathieu en Ton lukt het niet verder te komen. In een topbeklimming gelooft niemand meer. Maar het dure materiaal dat nog in kamp 3 ligt willen ze wel proberen te ‘redden’.
Op 14 augustus vertrekken de Nederlanders uit kamp 2 met vier man. Dries heeft last van ernstige hoogteziekte en daalt af. Het weer is goed. Langzaam maar zeker weten de Nederlanders zich een weg te banen door de sneeuw. Mathieu laat tijdens een pauze zijn rugzak vallen en moet na kamp 3 ook afdalen. De rest klimt over de messcherpe graat verder. Ook Robert krijgt last van hoogteziekte en daalt af. Rudolf en Ton voelen zich goed en pakken hun rugzakken in met voldoende voedsel voor een ultieme toppoging. Ze klimmen verder, traverseren langs de voortop van Rakaposhi en bouwen kamp 4 op 6500 meter op. Een dag later zetten ze hun tent in kamp 5 neer, op 7100 meter. De top ligt nu toch nog binnen bereik en de hoop op succes groeit.
Op het laatst van hun krachten bereiken Ton en Rudolf op 17 augustus via een directe route (anders dan de Polen in 1979, die via de zuidwestgraat naar de top gingen) het hoogste punt van Rakaposhi. Hun alternatieve route naar de top heet nu de ‘Nederlandse directe variant’.
Robert Eckhardt op weg naar kamp 2 (5500 m).
Storm. Afbreken van kamp 3 (6350 m).
Rudolf de Koning op de noordwestgraat, op weg naar kamp 3 (6350 m).
Robert Eckhardt aan het begin van het steile couloir dat naar de noordwestgraat leidt. Zicht op de zuidoostgraat en daarachter de Himalaya met de Nanga Parbat (8125 m).
Mathieu van Rijswick op ca. 6300 m, tussen kamp 2 en kamp 3. De keten op de voorgrond is de zuidoostgraat van de Rakaposhi (route van de eerstbeklimmers). Op de achtergrond de Himalaya met de Nanga Parbat (8125 m). Tussen beide bergketens de Indusvallei.
Dries Nijsen op de noordwestgraat in slecht weer op weg naar kamp 3 (6350 m). Voor Dries de eerste keer naar kamp 3; voor mij de derde keer.
Ton van den Boogaard op 17 augustus op weg naar kamp 5 (7100 m).
Kamp 3 (6350m). Precies in het zuiden ligt de Nanga Parbat (8125m): de westelijke hoekpijler van de Himalaya. Tussen de Rakaposhi in de Karakoram en de Nanga Parbat stroomt de Indus van Tibet naar de Arabische Zee. De afstand tussen die twee giganten is 100 kilometer.
In kamp 1 (4800m). Van links Rudolf de Koning, Robert Eckhardt, Ton van den Boogaard, Mathieu van Rijswick en Dries Nijsen. Dit was het enige moment (29 juli) dat we alle vijf tegelijkertijd in kamp 1 waren.
Ton van den Boogaard op 6200 meter tijdens de afdaling in de sneeuwstorm.
Rudolf de Koning op 6200 meter tijdens de afdaling in de sneeuwstorm.
Ton van den Boogaard vlak voor de top van de Rakaposhi (7788m).
De top van de Rakaposhi (7788 m). Uitzicht naar het zuidoosten.
Ton van den Boogaard op de top van de Rakaposhi (7788 m).
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.