De Nederlandse expeditie naar Kangchungtse (7640m) in Nepal was een initiatief van Ronald Naar en Cas de Stoppelaar, oprichter van Summit Trekking. Zij zetten een expeditie op touw met klimmers die elkaar vooraf nog niet kennen en kiezen na een aantal gespreksrondes de expeditiedeelnemers uit. Vijf deelnemers bereiken de top. Toch komt de expeditie tot een tragisch einde, wanneer Frank Merjenberg en Walter Roos tijdens een trektocht terug naar de bewoonde wereld vermist raken en overlijden.
Kangchungtse is 7.640 meter hoog en is een satelliettop van de ‘achtduizender’ Makalu I (8.475m). Kangchungtse wordt daarom ook wel Makalu II genoemd. De top werd voor het eerst beklommen in 1953 door de Franse berggids Lionel Terray, toen een troostprijs na een mislukte poging op Makalu I. In 1974 ging er al eerder een Nederlandse expeditie naar Kangchungtse. Deze expeditie werd afgebroken omdat een van de deelnemers bij Kamp 3 op een hoogte van ca. 7200m verongelukte.
De herfst van 1985 werd gekenmerkt door lange periodes van zeer slecht weer. Op 24 september maken de Nederlanders een basiskamp op 5400m hoogte. De eerste week was het weer nog redelijk goed en richt het team Kamp 1, 2 en 3 in, maar in de 10 dagen daarna weerhoudt harde wind, mist, en sneeuwval ze ervan om verder de hoogte in te gaan.
Op 6 oktober ontstaat er ruimte voor een ‘alles-of-niets’-poging. Geteisterd door sneeuwstormen en complete white-outs slagen de Nederlanders er op 10 oktober in om Kamp 3 te bereiken. Twee tenten uit het kamp waren door harde wind verdwenen en de derde tent was volledig verwoest. Na een nacht in deze kleine tent is het opgeklaard en weten Wim Teeuwisse, Evert Wesker en Ronald Naar onder begeleiding van Nawang Tille Sherpa genoeg energie bij elkaar te rapen om door te klimmen naar de top. Ze volgen de normaalroute via de Makalu Col en bereiken op 11 oktober het hoogste punt.
Op 13 oktober bereikten ook Frank Merjenberg en Ang Pasang in mooi weer de top. Op dezelfde dag dat zij de top bereikten, worden de hoge kampen op de berg afgebroken. Na de top-successen maakt het team zich klaar om basiskamp te verlaten.
Het originele plan om terug te keren langs een mooie trekkingroute via Sherpani Col en Amphu Labtsa naar Lukla wordt door het vermoeide team opzij geschoven. De meeste teamleden willen terug naar Kathmandu via de makkelijkste route. Frank Merjenberg en Walter Roos besluiten om met zijn tweeën de trekking via Sherpani Col af te leggen. Na één dag lopen worden zij verrast door zeer zware sneeuwval. Na hun vermissing wordt er na een paar dagen een zoekactie opgezet, maar zonder succes. Een paar maanden later vindt een Canadese expeditie hun lichamen in de ondergesneeuwde tent.
Ronald Naar beschrijft in zijn boek IJle Horizon (1990) later hoe klein de ‘marge tussen overwinning en verlies’ kan zijn op een expeditie, en over de impact die het verlies van zijn vriend Frank op hem heeft gehad: “Het litteken dat zijn dood heeft veroorzaakt is voelbaar tot de dag van vandaag.”
Het basiskamp van de Kangchungtse-expeditie.
De 7.640m hoge Kangchungtse en de 8.450m hoogte Makalu- gezien vanaf de Chago-gletsjer.
Het team met de dragers in basiskamp.
Tilleke aan het werk als basiskampmanager.
Terugblik vanuit kamp 1 op de Chago-gletsjer.
Frank Merjenberg draagt zijn ski_s naar Kamp 2- om er een paar dagen later vanaf 7.000 meter hoogte mee omlaag te skiën.
Tegen de achtergrond van de 7.220 meter hoge Baruntse klimt Walter Roos naar het tweede kampement op de Kangchungtse.
Uitzicht vanaf de Pilatus Porter op de Sherpani Col en de West Col met daar bovenuit torenend de Makalu I. Links achter de Makalu ligt Kangchungtse.
Bovenste rij van links naar rechts: Evert Wesker, Pieter de Jonge, Wim Teeuwisse, Walter Roos, Ria de Baare, Loek Vermeulen. Onderste rij: Chris Zwarts, Ronald Naar, Tilleke Lippmann, Frank Merjenberg.
Van links naar rechts: Frank Merjenberg, Ronald Naar en Tilleke Lippmann.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.